Om te 3Dprinten, heb je een digitaal model nodig. Dit model kan je downloaden van een website, maar beter is als je het zelf maakt in een 3D-CAD-tekenprogramma. Bijvoorbeeld Fusion 360, Rhinoceros3D, Revit, FreeCAD, Tinkercad en SolidWorks. Exporteer je 3D-model vervolgens als een .stl- of .obj-bestand.

Ook andere programma’s zoals Blender, SketchUp, Clo3D en ZBrush kunnen worden gebruikt. Bij deze programma’s is het belangrijk om een ‘solide’ vorm te creëren, zonder ‘solide’ vorm kan je niet 3D-printen.

Let op: 3D-printers kunnen niet worden gereserveerd, "wie het eerst komt, wie het eerst maalt".

Afhankelijk van de afmeting en instellingen kan 3D printen een langdurig proces zijn. Prints van vijf tot vijftien uur of langer zijn geen uitzondering.

Nota Bene: Het is niet zondermeer toegestaan meer dan 1 3D printer per student in te zetten.

Materiaal en kosten

Je kunt zelf je filament meenemen en bent niet beperkt tot de kleuren die beschikbaar zijn in het Makerslab.

• PLA €0,03 per gram
• TPU €0,10 per gram

Printers

De twee oude Ultimaker 2+ printers kunnen gebruikt worden om mee te experimenteren, zoals het printen op stof.