7 Strategieën voor domeinoverstijgend werken
Onderzoek naar ‘boundary spanners’ geeft inzicht in de werkpraktijken van professionals die succesvol zijn in het overbruggen van grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken.
28 sep 2023 17:00 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtSteden staan voor enorme maatschappelijke en ruimtelijke opgaven, zoals complexe gebiedsontwikkeling, bestaanszekerheid en duurzaamheid. Het zijn complexe vraagstukken, waarin fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dat vraagt om professionals die grenzen weten te overbruggen, om zo tot oplossingen te komen die recht doen aan een veelheid van vaak tegenstrijdige belangen. Hoe doe je dat? Het HvA lectoraat Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken onderzocht samen met de Haagse Hogeschool en partners de werkpraktijken van deze zogeheten boundary spanners.
Twee jaar lang zijn stedelijk professionals in vijf praktijksituaties in Amsterdam en Den Haag gevolgd en geanalyseerd. De kennis van deze praktijken is gecombineerd met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en veranderkunde, en maakt inzichtelijk waarom en wanneer professionals er (al dan niet) in slagen om een uitkomst te realiseren die meer is dan de som der delen, en welke mechanismen ze daarbij toepassen. Vandaag zijn de uitkomsten gepresenteerd tijden een slotevent en gepubliceerd in het boek ‘Boundary spanners in actie: Handelingsmogelijkheden voor professionals bij domeinoverstijgende grootstedelijke vraagstukken’.
Zeven handelingsmogelijkheden
Uit het onderzoek komen zeven handelingsmogelijkheden naar voren voor grootstedelijke professionals:
Grensoverbruggend werken gaat vaak gepaard met grenzen creëren. Dat klinkt paradoxaal, maar houdt in dat er een afbakening plaatsvindt. Zo is het zaak te overwegen welke partijen of afdelingen binnen multidisciplinaire teams van belang zijn voor de realisatie van een project of programma. Ook moet de ‘moederorganisatie’ voldoende meegenomen worden in het ontwikkelen van de nieuwe werkpraktijken, om zo de impact op het grootstedelijke vraagstuk te waarborgen.
Het werk van een boundary spanner is voor een groot deel gericht op bij elkaar brengen en bij elkaar houden van betrokken grootstedelijke professionals, met constante aandacht voor het ‘vertalen’ van verschillen in begrippen en denkwijzen. Daarbij spant de team, projectleider of programmamanager zich in – van de vergadertafel tot aan het koffieautomaat – om mensen te blijven betrekken, om inzicht krijgen op posities en denken van anderen, door ‘verbinden’.
Het ontwikkelen van een of meerdere gezamenlijke nieuwe werkpraktijken is noodzakelijk om domeinoverstijgend te kunnen werken. In alle praktijksituaties waren werkpraktijken ontstaan die afweken van de gebruikelijke manieren van werken binnen de afzonderlijke domeinen. Soms waren dat bewust opgezette en geplande manieren van werken, soms juist meer organisch ontstane werkprocessen.
Boundary objecten hebben een tijdelijk karakter – ze verliezen hun functie in de loop van de tijd en kunnen zelfs dysfunctioneel worden, zoals een planning die te rigide blijkt, een verantwoordingsschema dat zijn doelen voorbijschiet, of in andere contexten juist nieuwe grenzen oproept. Het vergt dan lef van een boundary spanner om de beslissing te maken afscheid te nemen van dit object, en de focus te verleggen naar een nieuw mechanisme, proces of product.
De mechanismen die goed lijken te werken in de verschillende praktijksituaties – met een domeinoverstijgende focus – wijken meestal af van de manieren van werken die betrokkenen gewend zijn vanuit hun eigen, individuele domeinen. Waar teams zelf producten of manieren van werken ontwikkelen, specifiek toegesneden op hun specifieke project of programma, is meer voortuitgang te boeken.
In het onderzoek werden vier mechanismen getoetst: intermediëren door boundary spanners, werkpraktijken, grensobjecten en boundary discours (Hawkins & Rezazade, 2012). De kracht van de mechanismen zit in het combineren. De meeste teams hadden een sterke voorkeur voor één van de mechanismen, desondanks lijkt het effectiever om tegelijk ook andere mechanismen in te zetten of in ieder geval te herkennen.
Kennis van verschillende dimensies van grenzen, en van effectieve mechanismes, kan je werk als professional makkelijker maken. De professionals die centraal stonden in dit onderzoek, deden hun werk als boundary spanner vaak op basis van impliciete kennis en zijn zo gezegd onbewust bekwaam. Door je echter als professional bewust te zijn van verschillende dimensies van grenzen kan het makkelijker worden te herkennen waarom processen stranden, initiatieven mislukken, of mensen niet meegaan.
Ik zit altijd met het ene been in het fysieke en het andere in het sociale domein. Ik vind het leuk om die twee domeinen bij elkaar te brengen. Dat gaat niet vanzelf, want ze spreken een andere taal en er wordt over en weer een hoop gemopperd. Ik spreek beide talen en snap ze allebei. […]
Projectleider Gemeente Amsterdam
Onderzoek in Co-creatie
Dit onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in vijf teams: het programma Haven-Stad (Amsterdam); het project Zeeburgereiland (Amsterdam); Reigersbos (team gebiedsadviseurs Amsterdam); het programma regiodeal Den Haag Zuidwest; en De Spelen (Amsterdam). Voor dit onderzoek hebben onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool twee jaar lang de praktijken geobserveerd en geanalyseerd van de stedelijke professionals die verbonden waren aan deze teams terwijl zij aan hun grootstedelijk, domeinoverstijgend vraagstuk werkten.
Meer weten? Bekijk de projectpagina of neem contact op met: