Verschraalde voorzieningen
1 januari 2022 - 31 december 2023
De aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen in wijken heeft invloed op de ontplooiingsmogelijkheden van bewoners in kwetsbare posities. Binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is men bezorgd dat collectieve voorzieningen in aandachtswijken kampen met (relatieve) ‘verschraling’ en ‘onderbedeling’. Als onderdeel van het programma 'De Stad van Iedereen' van het Kenniscentrum Ongelijkheid voerde het HvA-lectoraat Stedelijk Sociaal Werk twee onderzoeksprojecten uit over de verschraling van voorzieningen in de MRA. In het eerste onderzoeksproject is gekeken wat de perspectieven zijn van professionals. In het tweede onderzoeksproject stonden de perspectieven van bewoners ten aanzien van de collectieve ontplooiingsgerichte wijkvoorzieningen centraal.
1. Verschraling in professioneel perspectief
In dit kwalitatieve onderzoek is vanuit het perspectief van professionals verkend in hoeverre collectieve voorziening in de sociale infrastructuur van MRA aandachtwijken van belang zijn voor de kansengelijkheid en ontplooiing van bewoners. De focus lag op de bibliotheek, het buurthuis en laagdrempelige openbare speel- en sportvoorzieningen.
Met behulp van kwantitatieve data (waaronder de leefbarometer, de kansenkaart en de kwetsbaarheidsscores van wijken) en gesprekken met informanten is er gekozen voor onderzoek in de wijk Osdorp-Midden in Amsterdam en in de wijk Kogerveldwijk in Zaanstad.
Onderzoeksvraag
Hoe functioneren volgens (streetlevel) professionals de collectieve ontplooiingsgerichte voorzieningen in een aantal aandachtswijken binnen de MRA, en wat betekent dit voor de ontplooiing van inwoners?
Methode
Het doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in het functioneren van collectieve ontplooiingsgerichte voorzieningen vanuit de perspectieven en ervaringen van (streetlevel) professionals met behulp van half-gestructureerde interviews.
Resultaten
De verhalen van professionals laten zien dat collectieve voorzieningen, ondanks diverse investeringen in het kader van aandachtswijkenbeleid, tekortschieten ten opzichte van de noden. Dit geldt zowel voor materiele zaken zoals beschikbare ruimte, als ‘software’ ofwel menskracht. Professionals proberen dit, waar mogelijk, te compenseren door inzet van eigen middelen. Lokale beleidsmakers zoeken de oplossingen tot dusver vooral in een beter, betaalbaarder of ruimer fysiek ontwerp van collectieve voorzieningen. Dit vraagstuk is echter niet alleen ‘ruimtelijk’ op te lossen. Om mensen echt verder te kunnen helpen is investeren in het professioneel kapitaal minstens zo belangrijk.
2. Verschraalde voorzieningen, verschraalde ontplooiing?
Deze verkenning van het bewonersperspectief bouwde voort op de narratieve studie naar het professionele perspectief op het functioneren van collectieve ontplooiingsgerichte voorzieningen in een Amsterdamse en een Zaanse aandachtswijk (Huwaë et al, 2023).
Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de perspectieven en ervaringen van bewoners in aandachtswijken met betrekking tot openbare voorzieningen. In het bijzonder is gekeken naar de ervaren impact van verschraling op ontplooiing en op volwaardig meedoen in de samenleving.
Methode
Het onderzoek bestond uit een survey, interviews en observaties. In de survey werd data verzameld in wijken in Amsterdam en in Zaanstad. Dataverzameling middels interviews en observaties vond plaats in Kogerveldwijk in Zaanstad en in Osdorp-Midden in Amsterdam.
Resultaten
Het onderzoek is afgerond met een rapport, enkele artikelen en een bijeenkomst voor professionals uit de praktijk, bewonersgroepen, en relevante beleidsmakers in MRA. Het doel van deze bijeenkomst was valorisatie en het gezamenlijk nadenken over hoe het onderzoek kan doorwerken in de praktijk (en in het onderwijs van HvA en VU).
Externe partners en stakeholders
Vrije Universiteit Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Gemeente Zaanstad
Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties
!Woon
Beide onderzoeken maakten onderdeel uit van het programma 'De stad voor iedereen' van het Kenniscentrum Ongelijkheid.