Vindplaatsen verborgen armen
1 september 2020 - 1 februari 2025

Om rond te kunnen komen moeten huishoudens die een bruto-inkomen op minimumniveau ontvangen, alle beschikbare inkomensondersteuning aanvragen. Het niet benutten van additionele inkomensbronnen leidt uiteindelijk vaak tot betalingsachterstanden en schulden. De laatste jaren komt steeds meer aan het licht dat er Nederlanders zijn met lage inkomens die geen gebruik maken van ondersteuning vanuit de gemeente of rijksoverheid terwijl ze daar wel recht op hebben. Gemeenten zijn op zoek naar wegen om deze ‘verborgen armen’ te vinden, te bereiken en te ondersteunen.
Project
Naar aanleiding van een subsidieronde in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda in opdracht van het ministerie van SZW, hebben tien gemeenten (te weten Amsterdam, Amersfoort, Almere, Hoekse waard, Kapelle, Krimpenerwaard, Lelystad, Nijmegen, Schiedam, Vlaardingen) een consortium gevormd met vier kenniscentra (te weten UvA, het Nibud, INK. en de HvA) en twee samenwerkingspartners (te weten Over rood en Stichting lezen en Schrijven) om gezamenlijk een project op te zetten om enerzijds beter te begrijpen wie deze verborgen armen zijn en waarom ze verborgen zijn en om anderzijds in gezamenlijkheid werkwijzen te ontwikkelen die gemeenten en andere relevante actoren kunnen helpen om verborgen armen te vinden, te bereiken en beter te ondersteunen. Het project had een looptijd van drie jaar en werd onder leiding van de HvA uitgevoerd.
Doelstelling
Het consortium heeft als gemeenschappelijke doelstelling geformuleerd:
Het identificeren, ontwikkelen, deels implementeren en op meerwaarde beoordelen van mogelijkheden om meer huishoudens waarbinnen sprake is van verborgen armoede te bereiken met materiële en immateriële vormen van ondersteuning die deze huishoudens uiteindelijk in de gelegenheid stellen hun materiële positie zo te verbeteren.
Onderzoeksvragen
Om het doel van het project te realiseren zijn drie praktijkvragen beantwoord:
- Welke subgroepen verborgen, met name werkende, armen kunnen onderscheiden worden?
- Welke bestaande vindplaatsen van (verborgen) armen lenen zich ervoor om op grotere schaal te worden ingezet?
- Welke nieuwe vindplaatsen van (verborgen) armen kunnen opgezet en geïmplementeerd worden wanneer zij van toegevoegde waarde blijken op grotere schaal worden ingezet?
Uitvoering project: twee onderzoekslijnen en twee praktijklijnen
Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden en daarmee de doelstelling van het project te behalen werd het project onderverdeeld in twee onderzoekslijnen en twee praktijklijnen.
Onderzoekslijnen
In de eerste onderzoekslijn voerde de UvA bestandsanalyses uit op onder andere CBS-bestanden. Deze analyses moesten licht werpen op de vraag welke groepen burgers, die in verborgen armoede leven er zijn te onderscheiden naar aard en omvang.
In de tweede onderzoekslijn richtten we ons op werkende armen en hun werkgevers en opdrachtgevers. Het NIBUD voerde een kwantitatief onderzoek (enquête- en panelonderzoek) en een kwalitatief (interviews en groepsgesprekken) uit onder werkende armen. Daarnaast voerden we een kwalitatief onderzoek uit onder werkgevers.
Praktijklijnen
De hoofdmoot van het project werd gevormd door de twee praktijklijnen. In deze praktijklijnen werkten de gemeenten nauw samen met de HvA en INK om bestaande vindplaatsen in de verschillende gemeenten te beoordelen en verspreidbaar te maken en om gezamenlijk nieuwe vindplaatsen op te zetten, te monitoren, te evalueren en verspreidbaar te maken.
We startten met het identificeren van bestaande vindplaatsen bij alle elf gemeenten. In gezamenlijkheid zijn vijf van deze bestaande vindplaatsen in twee gemeenten onder de loep genomen (n=10). Op 10 vindplaatsen in het land zijn vervolgens werkwijze en bereik in kaart gebracht en is een methodiekbeschrijving opgesteld. De vier meest beloftevolle vindplaatsen zijn geevalueerd met een gestructureerde vragenlijst en interviews met gebruikers/burgers van de vindplaats. Om de effectiviteit vast te stellen bestudeerden we data uit bestaande registratie. Het resultaat van deze eerste praktijklijn zijn vier methodiek- en implementatiebeschrijvingen van de geëvalueerde vindplaatsen.
In de tweede praktijklijn startten we o.l.v. INK bv. (social designers) met het houden van drie focusgroepen met vertegenwoordigers van drie doelgroepen burgers voor wie gemeenten nieuwe vindplaatsen willen ontwikkelen. In de focusgroepen zijn behoeften en randvoorwaarden met de doelgroepen burgers in kaart gebracht en is een aanzet tot ontwikkeling van nieuwe vindplaatsen met de doelgroep uitgewerkt.
De elf gemeenten uit het consortium kozen vijf te ontwikkelen vindplaatsen en de gemeenten waar deze vindplaatsen ge-pilot werden. De vindplaatsen zijn opgestart en geïmplementeerd. De vindplaatsen zijn minimaal 6 maanden actief en werden in deze periode gemonitord en geëvalueerd. Dit gebeurde net als in de eerste praktijklijn door het uitzetten van gestructureerde vragenlijsten onder gebruikers/burgers, het houden van interviews/groepssessies met gebruikers en professionals/vrijwilligers en het analyseren van registratiegegevens.
Het resultaat van deze praktijklijn zijn vijf methodiekbeschrijvingen, implementatieplannen en kostenramingen waarvan elke gemeente in Nederland gebruik kan maken die haar burgers die tot dan toe in verborgen armoede leven, beter willen bereiken en ondersteunen. Daarnaast hebben we in deze praktijklijn de overkoepelende kennis samengebracht die we in het gehele project hebben opgedaan aangaande toeleiding van verborgen armen naar feitelijk gebruik van gemeentelijke voorzieningen in een interventiebeschrijving.
Disseminatie
Het verspreiden van de opgedane kennis en de beschrijvingen die het project oplevert, gebeurt via zoveel als mogelijke kanalen als congressen, studiedagen van koepelorganisaties, het publiceren van artikelen in vakbladen en overige kanalen die tot de beschikking staan van de gemeenten.
HvA: Praktijkbeschrijvingen kansrijke aanpakken
In het kader van dit project heeft de HvA vier praktijkbeschrijvingen opgesteld van kansrijke aanpakken bij het bereiken van mensen in verborgen armoede.
- Geldcheck - Amersfoort(opent in nieuw venster)
- Als ik later groot ben - Almere(opent in nieuw venster)
- Zelfstandigenloket - Flevoland(opent in nieuw venster)
- Datakoppeling - Amsterdam(opent in nieuw venster)
Nibud: Verborgen armoede op de werkvloer
In het kader van dit project heeft het Nibud een onderzoek uitgevoerd naar verborgen armoede op de werkvloer. Deze publicatie vindt u hier.
Universiteit van Amsterdam: Verborgen armoede in Nederland
In het kader van dit project heeft de UvA een kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar de omvang, kenmerken, locaties en dynamiek van verborgen armen in Nederland. Deze publicatie vindt u hier.
Meer weten over het project?
Neem contact op met Lisette Desain van het Lectoraat Armoede Interventies