Driejarige begeleidingsprogramma's
KENMERKEN VAN GOEDE BEGELEIDINGSPROGRAMMA’S
Goede begeleiding van startende leraren vraagt om goede en gebalanceerde begeleidingsprogramma’s. Degelijke programma’s hebben een aantal kenmerken:
- Ze starten bij de visie van de school op het leren van leerlingen en op wat dat van leraren vraagt, vertalen dat naar de doelen van begeleidingsprogramma’s, en krijgen uiteindelijk vorm in een helder inhoudelijk programma en in begeleidingsactiviteiten en de inzet van begeleidingsinstrumenten. Tenslotte staan goede begeleidingsprogramma’s stil bij de leeropbrengsten voor de starter door de ontwikkeling en groei zichtbaar te maken en te erkennen in de vorm van een formatieve beoordeling. Zie bijvoorbeeld het assessment Junior Leraar
- Ze hebben bij voorkeur een omvang van zo’n drie jaar.
- Ze creëren een zorgvuldige balans tussen de behoefte en leervoorkeuren van de startende leraar, en de behoeften van de school en de leerlingen. Daarmee is enerzijds ontwikkeling niet vrijblijvend, maar moet er anderzijds voor gezorgd worden dat de starter zelf de regie heeft en eigenaar is van zijn ontwikkeling.
- Ze hanteren een duidelijk ontwikkelperspectief te hanteren in de vorm van een volgend competentieniveau. Daarmee worden begeleidingsprogramma’s meer doelgericht en hebben starters een concreet perspectief om zich aan te spiegelen en aan op te trekken. Bovendien geeft het coaches handvatten om starters gericht feedback te geven op hun handelen, zodat praktijkervaring niet leidt tot routinematig handelen, maar een bron is van leerervaringen. Zie bijvoorbeeld de digitale zelfscan Junior Leraar
- In goede begeleidingsprogramma’s is niet alleen aandacht voor het handelen van de startende leraar, maar ook voor zijn of haar onderliggende opvattingen, overtuigingen en drijfveren en daarmee voor de beroepsidentiteit die het handelen stuurt. In de begeleiding moet daarom aandacht zijn voor die onderliggende elementen. Dat kan door de begeleiding de vorm te geven van een professionele en wederzijdse dialoog over de vraag waarom je als leraar doet wat je doet. Zie bijvoorbeeld de dialoogkaarten Junior Leraar
- Goede begeleidingsprogramma’s zoeken hun legitimering niet in het feit dat starters ‘nog niet goed genoeg zijn’, maar in de overtuiging dat ‘zelf leren’ een fundamenteel kenmerk voor alle leraren die zich ten dienste stellen van het leren van leerlingen.
- Goede begeleidingsprogramma’s zijn tenslotte ingebed in het strategisch personeelsbeleid, in het kwaliteitszorgsysteem en dragen bij aan een lerende cultuur binnen de school.
CHECKLIST INDUCTIEBELEID STARTENDE LEERKRACHTEN PO
De Checklist Inductiebeleid startende leerkrachten PO is ontwikkeld door het PO netwerk Junior Leerkracht. Doel van de checklist is om een handvat te bieden bij het ontwikkelen van systematisch beleid rond de begeleiding van startende leraren.
Bij het samenstellen van deze checklist is gebruik gemaakt van de Kijkwijzer Inductie van Frisse Start VO, de CAO PO 2016-2017 en de Kennisbasis Startende Leraren in Amsterdam. Een vergelijkbaar instrument is beschikbaar voor het MBO via https://www.startwijzermbo.nl, ontwikkeld door Wageningen Universiteit en Aeres Hogeschool.
De lijst is op verschillende manieren te gebruiken. Hieronder volgen enkele suggesties:
- Het toetsen van het huidige beleid op school- en bestuursniveau aan de hand van de checklist door deze door verschillende betrokkenen in te laten vullen (directeur, coach, begeleider en starter) om op basis daarvan het beleid en de uitvoer daarvan te verbeteren.
- Het opstellen van beleid ten aanzien van startende leraren op school- en bestuursniveau.
- Het afstemmen en vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden rondom de begeleiding en beoordeling van startende leerkrachten.
- Het toetsen hoe de uitvoering van het huidige beleid op school- en bestuursniveau door de startende leerkrachten wordt ervaren door het laten invullen van de checklist door de startende leerkrachten.
IF YOU START ME UP: ERVARINGEN MET DE ONTWIKKELING VAN DRIEJARIGE BEGELIDINGSPROGRAMMA’S IN HET VO
In 2016 hebben 18 Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs gewerkt aan de ontwikkeling van driejarige begeleidingsprogramma’s voor startende leraren. De scholen werden daarbij financieel ondersteund door een subsidie van het OCW. De inhoudelijke ondersteuning werd verzorgd door de projecten Terug met dat tekort!, Frisse Start en Junior Leraar. Het traject richtte zich op leidinggevenden, begeleiders en HRM’ers. Het traject heeft veel in beweging gezet en geleid tot nieuwe inzichten, inspiratie, meer samenwerking binnen de school, nieuwe en betere programma’s en instrumenten en goede voornemens.
In een slotpublicatie delen de scholen en projectleiders de lessen die daarbij zijn geleerd ten aanzien van de inrichting van goede begeleidingstrajecten, de randvoorwaarden en de inbedding in schoolbeleid. Tevens worden enkele voorbeelden van begeleidingsinstrumenten gepresenteerd.