Studieprogramma
Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) is een vierjarige voltijd bacheloropleiding. Het eerste jaar van de opleiding is de propedeuse. Het tweede, derde en vierde studiejaar vormen de hoofdfase.
Jaar 1
Het jaar is verdeeld in twee semesters van 20 weken. In het eerste semester staat de verkenning van het sociaal-juridisch werkveld centraal. Je krijgt onder andere de vakken Inleiding in het Recht, Gedrag en Samenleving en Gespreksvoering.
Binnen het thema Werken ga je aan de slag met vragen en problemen uit de praktijk van het arbeidsrecht en leer je bijvoorbeeld hoe je juridisch kan adviseren en hoe je een slechtnieuwsgesprek voert.
Vanaf semester 2 ga je aan de slag met de thema’s Bestuur en Participatie. Je volgt vakken als Bestuursrecht, Participatie, Gespreksvoering en Methodiek. Vervolgens pas je wat je geleerd hebt toe in een beroepsrol, bijvoorbeeld als sociaal raadsman/vrouw of als buurtteammedewerker.
De klassen in het eerste en tweede jaar bestaan uit 28 studenten. In het onderwijs worden verschillende werkvormen gebruikt. Zo werk je afwisselend klassikaal, in kleine groepjes of in duo's aan een vraagstuk.
Ontwikkelingsgericht onderwijs
In de opleiding SJD zijn het onderwijs en de beroepspraktijk integraal met elkaar verbonden. Praktijkproblemen worden vanuit verschillende vakgebieden behandeld. Daarbij stellen we de cliënt van de sociaal juridische dienstverlening centraal. Dat betekent dat je zowel nieuwsgierig moet zijn naar juridische vaagstukken, als naar de persoonlijke omstandigheden van elke cliënt.
Met ons ontwikkelingsgericht onderwijs leer je de kennis, vaardigheden en houding die je nodig hebt in de sociaal juridische beroepspraktijk. Zo ontwikkel jij je in vier jaar van student tot startbekwame professional.
Beroepsproducten uit de praktijk
Centraal in de opleiding SJD staan praktische opdrachten uit de sociaal juridische praktijk. Door het maken van beroepsproducten werk je aan het ontwikkelen van je competenties.
Voorbeelden van beroepsproducten:
- Het opstellen van een bezwaar- of beroepschrift. Hiermee maak je bijvoorbeeld bezwaar tegen de beëindiging van een uitkering.
- Het maken van een schuldsaneringsplan. Bijvoorbeeld als schulddienstverlener voor cliënten met problematische schulden.
- Cliënten adviseren bij de vakbond bij dreigend ontslag of arbeidsongeschiktheid.
- Voorlichting geven over nieuwe wet- en regelgeving en beleid bij gemeenten of juridische organisaties.
- Het voeren van een adviesgesprek. Bijvoorbeeld met een huurder die een juridische vraag heeft.
- Een beschikking maken. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een casus op het gebied van het socialezekerheidsrecht.
- Een gesprek voeren waarbij de client gemotiveerd wordt binnen de schulddienstverlening.
Studentbegeleiding
Vanaf de eerste dag van je opleiding krijg je een studentbegeleider toegewezen. Je bespreekt samen je studievoortgang, ambities en eventuele studieproblemen. Daarnaast ondersteunt je studentbegeleider je tijdens groepsbijeenkomsten, bij het ontwikkelen van studievaardigheden en bij het opbouwen van jouw portfolio.
De Nederlandse Taal
Tijdens je opleiding speelt taal bij alle vakken een belangrijke rol. Er wordt daarom van je verwacht dat je goed Nederlands spreekt en schrijft en dat je vaardig bent in begrijpend lezen. Heb je moeite met taal? Bereid je hier dan goed op voor. Ben je eenmaal begonnen met de opleiding, dan kun je deelnemen aan een cursus taalondersteuning.
Titel en diploma
Na afronding van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening mag je de titel Bachelor of Laws voeren.