Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina

Verhaal

Laura volgde de Master Critical Care én promoveerde op beademing bij IC-patiënten

Laura - student Master Critical Care

'Inspiratie voor mijn onderzoek haal ik uit mijn werk. Ik zie er direct de positieve resultaten van ons onderzoek in de praktijk'

Zorgen voor anderen is haar met de paplepel ingegeven. Laura Buiteman – Kruizinga (36) wilde als kind dierenarts worden. Na het vwo koos ze uiteindelijk voor de opleiding Verpleegkunde aan De Haagse Hogeschool. Ze specialiseerde zich tot Intensive Care (IC)-verpleegkundige en ventilation practitioner in het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft. Daarna volgde ze de Master Critical Care aan de HvA én promoveerde ze op de energieoverdracht en de longbeschermende effecten van geautomatiseerde beademing bij IC-patiënten. 

‘Als kind wilde ik dierenarts worden’, vertelt Laura. ‘Totdat ik ontdekte dat dieren ook doodgaan.’ Direct na het afronden van het vwo start ze met de opleiding HBO-V aan De Haagse Hogeschool. ‘Een studie met diverse mogelijkheden: van wijk- tot ziekenhuiszorg. Als verpleegkundige kun je heel concreet iets betekenen voor mensen, ontdekte ik gaandeweg. Je staat dichtbij en ondersteunt hen op de moeilijkste momenten in hun leven. Daarnaast regel je van alles rondom het zorgproces en onderhoud je contact met alle betrokkenen.’

Werken en leren

In het tweede jaar van haar opleiding start Laura met de ‘werken-leren-variant’. ‘Ik wilde zo veel mogelijk praktijkervaring opdoen en werkte als leerling-verpleegkundige onder meer op de afdelingen cardiologie, orthopedie, neurologie, chirurgie, neurochirurgie, cardiochirurgie en kindergeneeskunde van het HagaZiekenhuis in Den Haag. Ziekenhuiswerk sprak me enorm aan vanwege de complexiteit en het acute karakter. Mijn interesse lag met name bij kindergeneeskunde en cardiochirurgie. Ik had een grote belangstelling voor de anatomie van het hart. Hoe werkt het? En wat hebben hartpatiënten nodig om te herstellen?’

Na haar opleiding wil Laura zich specialiseren. ‘Voor kindergeneeskunde had je destijds 2 jaar werkervaring nodig. Bij het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft kon ik me een half jaar na mijn opleiding specialiseren tot IC-verpleegkundige. Het beademen van zeer zieke patiënten had direct mijn interesse. Daarom volgde ik er een aantal jaren later ook de opleiding tot ventilation practitioner. Je specialiseert je dan in beademen. Daarmee werd ik coach, kennis- en vraagbaak op mijn afdeling.’

Eerste onderzoekservaring

Tijdens haar opleiding tot ventilation practitioner komt Laura in aanraking met het doen van wetenschappelijk onderzoek. ‘Ik verdiepte me in een nieuwe, geautomatiseerde beademingsvorm die wij in ons ziekenhuis wilden gaan inzetten. Normaliter draai je als verpleegkundige of arts, bij het beademen van een patiënt, zelf aan de knoppen. Je regelt de instellingen van de machine, zoals de beademingssnelheid en het teugvolume (de grootte van een ademhaling). Bij geautomatiseerd beademen, laat je een deel van deze instellingen over aan de machine. Je stelt een doel in; de machine zorgt voor de optimale beademingsvorm. Ik onderzocht het verschil in energieoverdracht op de patiënt tussen de geautomatiseerde en de handmatige manier van beademen. Én het effect daarvan op de patiënt.

De geautomatiseerde manier van beademen was destijds heel innovatief. Daardoor kwam ik in contact met professor Marcus Schultz van het Amsterdam UMC, locatie AMC. Hij deed ook onderzoek naar de nieuwe methode, hielp me op weg en vroeg me na verloop van tijd of ik op dit onderwerp wilde promoveren.’

Studeren en promoveren

Om te kunnen promoveren heb je een masterdiploma nodig. Laura kiest voor de masteropleiding Critical Care van de HvA. ‘Een heel praktische opleiding, gericht op het doen van wetenschappelijk onderzoek en het vertalen van onderzoeksresultaten naar het werk op de IC. Logischerwijs werd de betrokken lector, Frederique Paulus, mijn co-promotor.’

Naast haar masteropleiding start Laura haar promotieonderzoek - The power of automated ventilation - en promoveert cum laude op longbeschermende effecten van geautomatiseerde beademing van IC-patiënten. ‘Patiënten op de IC hebben vaak zeer zieke longen, dus je moet heel voorzichtig te werk gaan met beademen. Met mijn proefschrift toonde ik aan dat de energieoverdracht bij geautomatiseerd beademen bijna altijd beter is voor de bescherming van de longen van de patiënt, dan bij handmatig beademen. Ik vermoed dat dit komt doordat een machine de beademing 24/7 acuut kan aanpassen aan wat de patiënt nodig heeft.’

Meer bewijs

Of dit betekent dat er nu op iedere IC geautomatiseerd beademd wordt? ‘Nee, niet iedere IC heeft hier direct de middelen voor. Het laatste hoofdstuk van mijn proefschrift is daarom gericht op het handmatig nabootsen van de geautomatiseerde beademingsvorm. Je gebruikt dan nét iets andere instellingen – een lagere ademhalingsfrequentie en een iets groter teugvolume - dan gebruikelijk. Door een grootschalig en bekend onderzoek van 20 jaar geleden, is het meer standaard om met kleinere teugvolumes te werken. Er is dus meer bewijs nodig rondom de gunstige effecten ervan op patiënten.’ Om zo'n  onderzoek grootschalig uit te voeren, vraagt Laura momenteel subsidie aan bij ZonMw. Daarnaast werkt ze nog steeds 50 procent van haar uren op de IC in Delft. ‘Inspiratie voor mijn onderzoek haal ik uit mijn werk. Ik zie er direct de positieve resultaten van ons onderzoek in de praktijk.’