Studieprogramma
De voltijdopleiding Leraar Nederlands duurt vier jaar en berust op drie pijlers: vak en vakdidactiek, werkplekleren en de persoonlijk-professionele ontwikkelingslijn.
Vakkennis en vakdidactiek
Aan het begin van je studie leg je een basis in de domeinen van de Vakdidactiek, Literatuur, Taal en Communicatie. In de hoofdfase van je studie verdiep je je verder in de taalwetenschap, de literatuurgeschiedenis, meertaligheid en taalverwerving, creatief taalgebruik, communicatieve vaardigheden als lezen, schrijven, spreken, luisteren en kijken. Ook specialiseer je je in de vakdidactiek van de verschillende domeinen, zodat je je ontwikkelt tot een veelzijdig docent. Het behalen van de landelijke kennistoets aan het eind van de opleiding is een voorwaarde voor het verkrijgen van je diploma. In de studiegids(opent in nieuw venster) vind je uitgebreide informatie over het studieprogramma.
Werkplekleren
Vanaf semester 2 in het eerste jaar loop je stage op een van onze opleidingsscholen. Je observeert docenten en je verzorgt ook al een aantal (delen van) lessen. We noemen deze combinatie van werken en leren 'werkplekleren'. In de hogere leerjaren geef je het hele jaar les tijdens het werkplekleren, nog steeds onder begeleiding en toezicht van een ervaren docent. In het laatste studiejaar sta je tijdens je LiO-stage (Leraar in Opleiding) zelfstandig voor de klas.
Persoonlijke professionele ontwikkeling
In alle studiejaren ga je aan de slag met je persoonlijke professionele ontwikkeling als docent. Dat begint met het volgen van een brede module Oriëntatie op Onderwijs en Opvoeding die alle studenten van de faculteit Onderwijs en Opvoeding krijgen. Vervolgens werk je gedurende alle studiejaren aan een aantal beroepsproducten. Hiermee leer je (vak-)didactische en pedagogische theorie toe te passen in de lespraktijk. Je persoonlijke en professionele ontwikkeling wordt beoordeeld met een eindassessment. Binnen de pedagogische en vakdidactische eindopdrachten toon je je pedagogische en (vak)didactische bekwaamheid en je onderzoekend vermogen aan. In het eindassessment laat je zien dat je je persoonlijke professionele ontwikkeling zichtbaar kunt maken en verantwoorden.
Didactisch concept
De opleiding streeft ernaar studenten op te leiden met een brede blik op onderwijs en opvoeding. Wij bereiden studenten voor op leraarschap in een grootstedelijke, diverse en internationale omgeving. De opleiding werkt met een onderwijsconcept waarin je leert aan de hand van realistische vraagstukken en problemen uit jouw eigen onderwijspraktijk. Theorie en praktijk worden daar steeds met elkaar in verbinding gebracht. We vatten het leerproces op als een cyclisch proces en werken daarom met een concentrisch curriculum. Daarbij vormt “leren” - zowel van de leerling als van de student zelf - een belangrijk kernconcept. Studenten hebben daarbij deels ook de regie over hun eigen leerproces en -traject.
Minor
In het tweede semester van het derde studiejaar kies je verplicht een minor, een studieonderdeel van 30 studiepunten. Met de minor kun je je studie verdiepen of verbreden. Je kunt deze ruimte bijvoorbeeld gebruiken om je te oriënteren op het behalen van een tweede lesbevoegdheid in een ander schoolvak. Het minorenaanbod vind je op de minorensite van de HvA(opent in nieuw venster).
Titel en diploma
Na afronding van de opleiding mag je de titel Bachelor of Education voeren. Je kunt dan aan de slag als tweedegraadsleraar Nederlands.