Studieprogramma
Het studieprogramma omvat 90 studiepunten en bestaat uit drie onderdelen: vakinhoud, vakdidactiek & onderzoek in de schoolpraktijk en keuzemodules.
Onderdelen
Het studieprogramma omvat 90 studiepunten. Je bekwaamt je in de volgende onderdelen:
- geschiedenis (rol 1)
- vakdidactiek en praktijkdeel (rol 1 en 2)
- onderzoek (rol 3)
Expert in je schoolvak
Expert zijn betekent meer dan beschikken over veel vakkennis. Je kunt die kennis ook overbrengen, op zo’n manier dat jouw leerlingen ermee kunnen werken. Je inspireert en begeleidt je leerlingen tijdens hun individuele ontdekkingstocht. De relatie tussen jouw schoolvak en de wetenschappelijke discipline is je vertrouwd. Je verstaat de kunst om op te treden als een gevorderd vakdocent. Inderdaad, als een expert in je schoolvak.
Je gaat je –onder andere- verdiepen in cultureel-mentale geschiedenis, sociaal-economische geschiedenis, politieke geschiedenis, rechtstaat en democratie, grondslagen van de geschiedschrijving en geschiedenis in de samenleving.
Deze verdieping betekent meer dan het vergaren van kennis: je krijgt ook inzicht in belangrijke processen, concepten en interpretaties. Je leert om met gegevens uit wetenschappelijk historische publicaties een stelling te onderbouwen, een visie te becommentariëren of een theorie te toetsen.
Gevorderd vakdidacticus
De colleges Vakdidactiek in de Schoolpraktijk (VOS) bouwen voort op je bestaande kennis. Je gaat je ontwikkelen tot gevorderd vakdidacticus op masterniveau en dat doe je door vakdidactiek te verbinden met onderzoek.
Onderzoekend professional
Je leert onderzoeksmatig denken en handelen en je ervaart hoe je een vakdidactisch onderzoek moet opzetten en uitvoeren in je eigen schoolpraktijk.
Je vakdidactische en onderzoeksopdrachten voer je (meestal) uit op de school waar je werkt. Zo ontwikkel je je professionaliteit en beroepsrollen binnen je eigen school en lever je tegelijkertijd een bijdrage om de praktijk op jouw school te verbeteren. Het is dus voor de opleiding noodzakelijk om in een bovenbouwklas havo of vwo les te geven.
Een overzicht van het gehele curriculum kun je vinden in de studiegids(opent in nieuw venster).
Praktijk
De masteropleiding Leraar Geschiedenis sluit direct aan op jouw dagelijkse praktijk. Je kunt wat je leert inzetten en al doende groeien in je nieuwe rol.
Wanneer je tijdens de opleiding al als docent in de bovenbouw werkt, dan fungeert jouw dagelijkse praktijk als basis voor de kernonderdelen van de opleiding. Werk je in de onderbouw, dan is het bijna altijd mogelijk om op je eigen school (of binnen je eigen scholengroep) ruimte te maken voor jouw opdrachten en onderzoek in de bovenbouw havo/vwo, gedurende het eerste studiejaar. Vanaf het tweede studiejaar is het verplicht om aan minimaal één bovenbouwklas havo/vwo zelfstandig les te geven.
Werk je niet in het onderwijs, zoek dan op korte termijn een baan als leraar, zodat je tijdens je opleiding een thuisbasis hebt voor de kernonderdelen. Vanaf het tweede studiejaar moet je aan minimaal één bovenbouwklas havo/vwo zelfstandig lesgeven. In alle gevallen proberen we een vruchtbare en goed werkbare overeenkomst te sluiten tussen jou, de school en de opleiding.
Beroepsrollen
In de opleiding staan drie zogenoemde beroepsrollen (kwaliteiten) van de eerstegraadsleraar centraal. Na het afronden van de masteropleiding ben je expert in jouw schoolvak, maar dat is niet het enige. Je hebt jezelf ook ontwikkeld tot gevorderd vakdidacticus en onderzoekend professional in je eigen klas, vaksectie en schoolorganisatie.
Jouw maatwerkprogramma
De masteropleiding is een deeltijdopleiding, waardoor je naast je studie ook in deeltijd kunt werken. Toch is het pittig om te studeren naast je huidige (drukke) baan. We proberen je daarom zoveel mogelijk maatwerk te bieden en rekening te houden met jouw persoonlijke omstandigheden. We bieden je een zekere mate van flexibiliteit in jouw studietraject.
We gaan standaard uit van een cursusduur van 2,5 tot 3 jaar, maar door persoonlijke omstandigheden kan het studietraject mogelijk sneller of juist langzamer gaan. Hoe groot is je huidige betrekking? Welke vooropleiding heb je gehad? Hoe is je persoonlijke situatie? Heb je zorgtaken? Allemaal zaken die van invloed kunnen zijn op het tempo van de studie. In overleg met je studieloopbaanbegeleider wordt gekeken welk studietraject het beste bij jouw situatie past.
Samen met je opleidingscoördinator of studieloopbaanbegeleider kun je in bepaalde gevallen een maatwerkprogramma opstellen, waarbij je kunt versnellen of temporiseren. Zo kun je efficiënt en flexibel studeren naast je baan en je andere verplichtingen.
Titel en diploma
Na afronding van de opleiding mag je de titel Master of Education voeren. Je kunt dan aan de slag als eerstegraadsleraar geschiedenis.