Mensen zeggen al mijn hele leven dat ik leraar moet worden. Zelf heb ik het docentschap ook altijd al interessant gevonden. Op de middelbare school ontdekte ik dat ik goed was in talen. Ik heb daar ook mijn passie voor de Duitse taal ontdekt.

In 6 vwo moest ik een keuze maken voor een vervolgopleiding. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken, heb ik online en aantal studiewijzers ingevuld. Uit die studiewijzers kwam vaak dat leraar het meest geschikte beroep voor mij zou zijn. Dat kwam niet als een verrassing. Naast mijn eigen interesse in het vakgebied is mijn moeder leraar Duits en Frans op een middelbare school in Haarlem, en schrijft mijn vader onderwijsboeken voor het vak Frans. Je kan wel zeggen dat onderwijs mij met de paplepel is ingegoten!

Op dit moment zit ik in het eerste jaar van de opleiding Leraar Duits. De opleiding is uitdagend en er hangt een goede sfeer. We hebben een kleine klas wat de colleges heel interactief maar ook gezellig maakt. Daarnaast is het onderwijs directer en persoonlijker omdat de docenten veel individuele aandacht besteden aan de studenten. Een aantal van de docenten is zelf van Duitse afkomst. Dat maakt het leren van de taal makkelijker en leuker. Je krijgt veel verantwoordelijkheid in de opleiding. Er is veel zelfstudie maar als je je huiswerk bijhoudt, loop je op schema. Tijdens de les kun je dan vragen stellen. Zo leer je effectief en efficiënt.

Naast de colleges loop ik twee dagen per week stage. Dat doe ik op de school van mijn moeder. Ik geef les aan klassen uit de onderbouw, van vmbo-t tot en met vwo. Je bent intensief met de leerlingen aan het werk. Dat is af en toe best vermoeiend. Maar als je dan samen resultaten boekt met de leerlingen, geeft het je weer energie.

Ik vind het belangrijk dat mijn leerlingen niet alleen van mij leren, maar ik hoop dat ik het vak ook leuk maak. Als ik tijdens de toetsen zie dat ze met de methodes werken die ik ze heb geleerd, word ik blij. Dan heb ik ze dus echt iets goed overgebracht!