Stages
In alle opleidingsfases volg je een stage in de praktijk waar je de opgedane kennis toepast in de praktijk.
Voorbereid op stage
Tijdens de opleiding word je voorbereid op de stages. Je oefent vaardigheden, zoals het geven van injecties en het geven van sondevoeding. Je leert hoe je moet communiceren met patiënten en mantelzorgers in verschillende situaties. In de theorievakken leer je over ziekte en behandeling (medische kennis), hoe je kunt bepalen welke zorg een patiënt nodig heeft (klinisch redeneren), en hoe je mensen kunt helpen gezonder te leven (psychologie).
Stage jaar 1, 2 en 3
De opleiding biedt variatie in de stages, waardoor je breed wordt opgeleid met een mogelijkheid tot specialisatie. De opleiding regelt je stageplek. In de laatste propedeusemodule ga je na 2 weken intensieve voorbereiding op school, 20 dagen (7 weken) oriënteren in de praktijk. Gemiddeld loop je 3 dagen per week stage en ga je 1 dag naar school.
In de hoofdfase volg je 2 stagemodules van 20 weken. Tijdens de eerste stage in de hoofdfase loop je 3 dagen per week stage en tijdens de tweede stage 4 dagen per week.
In de propedeuse en hoofdfase loop je, in willekeurige volgorde, de volgende stages:
- Een stage met verpleegkundige beroepsomgeving met kortdurende zorg en zorgcontacten (ziekenhuis)
- Een stage met langdurige zorg en zorgcontacten (thuiszorg of verpleeghuis)
- Een stage waarin de geestelijke gezondheidszorg centraal staat
Op deze manier krijg je een brede oriëntatie op het beroep en kom je erachter wat bij je past.
Afstudeerstage
In de afstudeerfase loop je 20 weken stage en krijg je de mogelijkheid om een eigen voorkeur aan te geven, bijvoorbeeld op de kinderafdeling, de gesloten psychiatrie of de gespecialiseerde thuiszorg. De opleiding spant zich maximaal in om dit te realiseren.