Studieprogramma
Tijdens de opleiding Biomedische Technologie combineer je theorie met praktijk. Je maakt kennis met bedrijven en organisaties in en rondom Amsterdam. Lees meer over wat je leert en doet in in de vier leerjaren.
In de eerste twee jaar van de opleiding Biomedische Technologie ga je aan de slag met verschillende projecten. Je gaat daarbij ook samenwerken met bedrijven en zorginstellingen. Bovendien werk je aan échte producten. Naast project- en werkcolleges krijg je theoretische vakken die je bij de projecten ondersteunen. In het derde jaar kies je een minor en loop je stage, waarna je in je vierde jaar afstudeert als biomedisch technoloog. De studie is als volgt opgebouwd:
Jaar 1 en 2
Tijdens de projecten in de eerste twee jaar leer je een goede probleemanalyse te maken. Verder leer je ook hoe je ideeën kunt ontwikkelen voor mogelijke oplossingen. Vervolgens werk je een idee uit tot een echt product. Hiervan ontwikkel je een prototype en deze ga je testen om te zien of het product goed werkt. Tijdens elk project staat een ander type technologie en een ander biomedisch vraagstuk centraal.
Je leert bijvoorbeeld meer over: de onderdelen waaruit sensoren bestaan, hoe een microcontroller werkt, hoe je de bijbehorende software kunt gebruiken en hoe al die onderdelen voor een reactie zorgen. Door middel van praktijkopdrachten ga je aan de slag met de verschillende elektronische onderdelen en leer je test- en meetapparatuur te gebruiken. Vervolgens ga je met je medestudenten zelf onderdelen aan elkaar koppelen en leer je hoe je de elektronica kunt programmeren.
Naast je projecten volg je colleges over kennis van het menselijk lichaam (bijvoorbeeld anatomie, fysiologie, pathologie en biochemie). Ook leer je over de chemische eigenschappen en reacties van bijvoorbeeld hormonen, receptoren, enzymen en DNA. Daarnaast krijg je vakken op het gebied van wiskunde zoals calculus, statistiek en signaalanalyse.
Jaar 3 en 4
In het derde jaar van de opleiding doe je een minor. Dit is een samenhangend keuzeprogramma van een half jaar. Ook ga je in het derde jaar op stage om praktijkervaring op te doen. Bijvoorbeeld bij een bedrijf dat beademingsapparatuur ontwikkelt voor de intensive care. Of je of je werkt mee aan het ontwikkelen van een non-invasief beademingsmasker voor mensen die chronisch ziek zijn en moeite hebben met ademen. Het kan ook zijn dat je bijvoorbeeld bezig houdt met een onderzoek naar welke welke wet- en regelgeving een zorgrobot moet voldoen of dat je helpt om de zorgrobot te laten spreken.
In het vierde jaar ga je aan de slag met het afstudeerprogramma. In het eerste deel van het jaar volg je een aanta projecten om je skills en vaardigheden te optimaliseren. Daarna ga je aan de slag met een een afstudeeronderzoek bij een bedrijf of organisatie. Na vier jaar ben je opgeleid tot de biomedisch technoloog waar de Nederlandse gezondheidszorg om zit te springen. Vanaf dat moment ga je samen met artsen, patiënten, programmeurs en productontwikkelaars aan de slag om de geneeskunde te innoveren.
Titel en diploma
Na het afronden van de opleiding ontvang je het diploma Biomedische Technologie en mag je de titel Bachelor of Science voeren. Je kunt dan direct aan de slag in het werkveld. Je kunt er ook voor kiezen om verder te studeren.