Ik wilde altijd al naar de ALO. In 6-vwo bezocht ik zelfs een open dag, maar uiteindelijk koos ik toch voor een universitaire studie vanwege mijn vwo-diploma. Na het behalen van een universitaire bachelor in Orthopedagogiek, had ik geen idee welke master ik moest kiezen. Ik wilde lekker in de praktijk bezig zijn en graag iets doen met sport. Dat was het moment dat de ALO weer door mijn gedachten schoot. De keuze was toen snel gemaakt.

Toelatingstest ALO

De toelatingstest voor de ALO was spannend, maar vooral leuk. We moesten onder andere zwemmen, hardlopen, turnen en een hindernisbaan afleggen. Ik ben allround dus dat was geen probleem. Ook had ik een goede conditie. Als je weinig ervaring hebt in een bepaald testonderdeel of nog niet in topconditie bent dan moet je zeker gaan trainen voor de toelatingstest.

Verschillen hbo en wo

Het hbo is heel anders dan de universiteit Op het hbo heb je meer contacturen en meer verschillende lessen. Het lijkt wat meer op de middelbare school. Op de universiteit studeer je het grootste gedeelte van de tijd thuis. Je volgt per blok vaak maar 2 of 3 vakken waarvoor je dan gelijk heel veel stof moet lezen en leren. Dat vraagt veel zelfdiscipline. Op het hbo heb je daarentegen meer vakken waar je een opdracht voor moet maken en loop je stage. Hierdoor ervaar ik het hbo als drukker.

Minder denken, meer doen

Met mijn universitaire opleiding heb ik op theoretisch vlak zeker een voorsprong op klasgenoten. Ik krijg voor veel vakken vrijstellingen en ben al vaardig in wetenschappelijk schrijven; iets waar veel hbo-studenten moeite mee hebben. In mijn stages loop ik daarentegen soms juist een stapje achter, vooral ten opzichte van mbo-ers die al meer ervaring hebben in de praktijk.

Hechte groep

Je doet bij de ALO veel met je eigen klasgenoten om de groepsbinding te vergroten. Je leert elkaar zo beter kennen en te vertrouwen. Dit komt bij meerdere vakken aan de orde in spelvormen en gesprekken. Vaak komt het ook onbewust naar voren als je elkaar bijvoorbeeld moet vangen bij turnoefeningen. Dat draait om wederzijds vertrouwen. Ik vind het mooi dat de ALO daar aandacht aan besteedt. Je maakt zoveel mee samen dus het is belangrijk dat je een goede band hebt met je klasgenoten.

Sport- en gezondheidscoach

Als gymdocent is geen dag hetzelfde. Het is altijd weer een uitdaging om de motivatie van leerlingen te prikkelen en hen te enthousiasmeren voor sport. Ook vind ik scholen in het algemeen boeiende instellingen. Er gebeurt altijd wel wat. Naast docent Lichamelijke Opvoeding lijkt het me leuk om binnen een school de rol van sport- en gezondheidscoach te vervullen. Je maakt zo kinderen bewust van gezonde voeding en voldoende beweging.

Toekomstplannen

Ik wil graag een uitdagende baan later, dat past bij mij. Mijn ambitie ligt toch wel bij het werken met kinderen of jongeren met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld in een jeugdgevangenis, een psychiatrische instelling of in het speciaal onderwijs. In de toekomst wil ik nog wel mijn master Orthopedagogiek halen zodat ik gecombineerd als orthopedagoog en sportdocent kan werken. Daarnaast is het ook een droom van mij om ooit les te geven op de ALO.