Leren van loopbaanoriëntatie en -begeleiding in de praktijk
Publicatie - maart 2025

Op de website van het Expertisepunt LOB staan 200 voorbeelden van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) activiteiten die onderwijsinstellingen in het vo, mbo en ho aanbieden. Associate lector Daphne Wiersema en onderzoeker Mieke van Diepen onderzochten waarom deze praktijken als een succes worden ervaren.
Tijdens hun schoolloopbaan maken jongeren en jongvolwassenen allerlei keuzes die impact hebben op hun (latere) loopbaan. Denk bijvoorbeeld aan de profielkeuze in het vo of de keuze voor een stage in het ho. Om hen hierin te ondersteunen, bieden onderwijsinstellingen in het vo, mbo en ho loopbaanbegeleiding. Deze loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is niet alleen gericht op het maken van een specifieke loopbaankeuze maar ook op de ontwikkeling van zogenaamde loopbaancompetenties die het mogelijk maken zelf regie te voeren op de eigen loopbaan.
Het Expertisepunt LOB ondersteunt vmbo-, havo-, vwo-, mbo-, en hbo-scholen bij het versterken van de loopbaanontwikkeling, -oriëntatie en -(studie)begeleiding van jongeren. Op de website staan inmiddels 200 praktijkvoorbeelden om andere onderwijsinstellingen te inspireren.
Succeselementen
Associate lector Daphne Wiersema en onderzoeker Mieke van Diepen onderzochten waarom deze praktijken als een succes worden ervaren. Zij onderscheiden vijf categorieën van succeselementen: (1) de taal van jongeren spreken, (2) aansluiten bij basisbehoeften van jongeren [relatie, autonomie, competentie], (3) samen werken aan LOB binnen de organisatie [aan een LOB-activiteit, aan een loopbaangerichte leeromgeving, aan professionalisering voor LOB], (4) samen werken aan LOB buiten de organisatie [met de beroepspraktijk; met andere onderwijsinstellingen, met onderwijs en praktijk, met ouders/verzorgers] en (5) materiële randvoorwaarden.
Versterken van de loopbaangerichte leeromgeving
In grote lijnen komen deze succeselementen overeen met elementen die in eerder onderzoek zijn geïdentificeerd als elementen die bijdragen aan effectief LOB of als succesvol ervaren LOB. Opvallend verschil is dat de succeselementen aansluiten bij de taal van jongeren en aansluiten bij de basisbehoeftes van jongeren veel aandacht kregen in de geanalyseerde praktijkvoorbeelden. Overigens was een deel van de LOB-activiteiten niet direct gericht op jongeren zelf, maar gericht op het versterken van de loopbaangerichte leeromgeving in de eigen onderwijsinstelling. Daarnaast was er veel aandacht voor de samenwerking met andere partijen om LOB-activiteiten mogelijk te maken.
Onderwijsinstellingen die LOB-activiteiten willen ontwerpen of willen werken aan het versterken van de loopbaangerichte leeromgeving, kunnen de succeselementen benutten die geformuleerd zijn in dit onderzoek, samen met de bijbehorende voorbeelden van concrete uitwerkingen hiervan. Zo kunnen zij de kans op een succeservaring vergroten, niet alleen in de activiteit zelf, maar vooral in de loopbaan en daarmee de toekomst van jongeren.
Auteurs
- Daphne Wiersema
- Mieke van Diepen