Higher Education, Research and Innovation
Over het lectoraat
Het hogeschool-brede lectoraat Higher Education, Research & Innovation (HERI) heeft tot doel verbindingen tussen hoger onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk te begrijpen en (helpen) verbeteren. Ze doet dit via funderend en praktisch onderzoek, innovatie en samenwerking met partners in alle vakgebieden. Altijd startend vanuit het hoger onderwijs zelf.
Meerlagige aanpak
Lectoraten in hogescholen hebben meestal een beroepsgerichte focus. HERI richt zich op het hoger onderwijs zelf. Door de complexiteit van het hoger onderwijs is bij een verandering of verbetering altijd een aanpak van meerdere lagen nodig. Die meerlagigheid is terug te zien in onze werkwijze, waarbij aandacht is voor:
1. Het individu (student, medewerker, professional);
2. De groep (curriculum, onderzoek);
3. De faculteit, de instelling en (inter)nationaal beleid.
Vanuit een wetenschappelijke kennisbasis
Het onderzoek van HERI kenmerkt zich door ontwikkeling vanuit en met de hoger onderwijspraktijk. Dit werk krijgt vorm in een wetenschappelijk kader. Hierdoor is het mogelijk om opgedane kennis over verschillende situaties heen te integreren en zo te komen tot een nieuwe aanpak, nieuwe empirische kennis en nieuwe theorie. Door deze aanpak draagt HERI systematisch bij aan de hoger onderwijspraktijk als aan de internationale wetenschappelijke kennisbasis. Ook kan ze gesprekspartner zijn voor eenieder in het hoger onderwijs.
Vijf strategische thema's
1. Transdisciplinariteit
Het hoger onderwijs vindt steeds vaker buiten de instelling plaats. Living labs, studio’s, hubs en buurtcampussen zijn voorbeelden van deze ontwikkeling. Bij deze activiteiten worden partners betrokken uit onderwijs, onderzoek, praktijk en maatschappij.
De veronderstelling is dat samenwerking tussen verschillende rollen – als aanvulling op verschillende disciplines - leidt tot meer innovatie en gemakkelijkere implementatie. Ook is de veronderstelling dat deze rijkheid een goede leeromgeving is voor studenten. De realiteit laat echter zien dat wat theoretisch mooi lijkt nog veel ontwikkel-aandacht vraagt in de praktijk. Immers, een werkelijke integratie van perspectieven gaat verder dan alleen samenwerken en verandert ook de essentie van de aanpak van elke partner. Studenten zijn vaak geen volwaardig partner: niet omdat ze nog junior zijn, maar ook niet omdat de opleiding waar ze bij horen hun werk te veel dicteert. Transdisciplinair werken vraagt daarmee voor elk nieuw project om een heroverweging van bestaande praktijken en processen – in het lab zelf, maar met betrekking tot de waarden, normen en discoursen van de contexten waar alle partners uit afkomstig zijn. Deze integratie blijkt niet eenvoudig. Binnen dit thema richt HERI zich op het begrijpen en verbeteren van de innoveer- en leerprocessen in deze complexe situaties.
2. Professionalism
‘Professionalism’ is op z’n best een vaag beschreven concept dat bestaat uit veel elementen. Tegelijk is het ook een essentieel begrip voor het hoger onderwijs, aangezien dat de verantwoordelijkheid heeft gekregen om hooggeschoolde professionals opgeleiden. Het However, it is also an essential concept, as higher education institutes have been given the responsibility to help develop individuals to professionals. Waar we deze studenten kunnen zien als toekomstige professionals, is helderheid van het begrip en de praktijk van ‘professionalism’ ook voor huidige professional belangrijk. Het research & development werk binnen dit thema bouwt op het conceptuele model van ‘professionalism’(opent in nieuw venster) dat ontwikkeld is door Griffioen
3. Verbinden Onderwijs en Onderzoek
Met de verandering naar kennisinstelling zijn er veel uitdagingen voor hogescholen in Nederland en daarbuiten. Sinds twintig jaar werken de hogescholen aan de implementatie van onderzoek via de installatie van lectoraten. De vormgeving naar werkelijke verbindingen tussen onderwijs en onderzoek op alle niveaus van de hoger onderwijs organisatie vraagt nog veel aandacht. HERI richt zich hierbij binnen dit thema op het begrijpen en verbeteren van deze verbinding op verschillende niveaus in de organisatie.
4. Curriculum Co-creatie
Het ontwerpen van curricula wordt steeds complexer. Traditioneel waren lesgeven en ontwerpen van het onderwijs vooral individuele activiteiten. Tegenwoordig is dit steeds vaker teamwerk, waarbij docenten samenwerken met onderzoekers en praktijkpartners. Ook studenten zijn steeds vaker partners aan tafel.
Al deze partners nemen hierbij hun eigen expertise mee, maar ook een eigen achtergrond en eigen opvattingen. Dit maakt dat voor co-creatie van onderwijs niet alleen inhoudelijke kennis en kennis van curriculumontwerp nodig is, maar ook begrip van samenwerkingsprocessen en de rol van de organisatie er omheen.
HERI onderzoekt het samenwerkend handelen van teams van curriculumontwerpers om co-creatie van onderwijs te verbeteren.
5. Veranderen
Als er verbeteringen nodig zijn op de thema’s waar HERI aan werkt, is er altijd een veranderproces nodig. Vaak is dit grootschalig en raakt het meer lagen in de organisatie. Er is weinig kennis over veranderprocessen in het hoger onderwijs die én goed gefundeerd én bruikbaar is. Om hieraan bij te dragen brengt HERI de veranderprocessen in haar projecten in kaart. Vaak met nieuwe activiteiten en instrumenten als resultaat.