Moet sociale media verboden worden voor jongeren onder de 15? Dit zeggen experts
3 maart 2025

Jongeren zijn niet opgewassen tegen de verslavende algoritmes van sociale media. Met die aanleiding heeft D66 een wetsvoorstel ingediend, met als doel om een Europese leeftijdsgrens in te stellen van 15 jaar. In Australië is een verbod op sociale media onder de 16 inmiddels een feit. Maar is zo’n maatregel effectief? Drie experts van de Hogeschool van Amsterdam reageren.
"Verbod op basisschoolleeftijd heeft zin”
Stijn Sieckelinck(opent in nieuw venster), lector Youth Spot aan de HvA, ziet de gevolgen van socialmedia-gebruik dagelijks langskomen in zijn vakgebied. “Hoe jongeren omgaan met sociale media is een hersenbreker geworden voor alle pedagogische domeinen. We zien hoe alle verleidingen, verslavingen en conflicten die ermee gepaard gaan, leiden tot noodkreten van docenten en meer stress onder ouders. Maar leerlingen en jongeren ervaren zelf ook zorgen hierover, die zij duidelijk uitspreken.”

Telefoonverbod: geen dag te vroeg
Zo’n maatregel kan dus zeker helpen, denkt Sieckelinck. “De recente wetgeving (het telefoonverbod) voor scholen kwam geen dag te vroeg.”
Wel is belangrijk om met wetgeving om niet alle jongeren en alle leeftijden over een kam te scheren, benadrukt Sieckelinck. “Een algeheel verbod op sociale media voor basisschoolkinderen heeft zéker zin. Alleen al omdat de verharding online totaal ongeschikt is voor jonge tieners.
Vanaf het voortgezet onderwijs lijkt het het meest wenselijk dat de stem van leerlingen wordt meegewogen, zoals bij de huidige wetgeving."
Online beter te bereiken
Ook ziet Sieckelinck dat jongeren beter leren omgaan met sociale media, als begeleiders goed op hun leefwereld afstemmen." Als jongerenwerkers meer online zijn, blijken zij jongeren beter te bereiken(opent in nieuw venster). Zij kunnen hen dan weer beter helpen met de uitdagingen die zij tegenkomen in de digitale wereld.
De paradox: soms lukt het alleen online om deze doelgroep te overtuigen om wat vaker naar buiten te gaan.”
Verschil in effect op jongens en meisjes
Sieckelinck benadrukt dat we oog moeten houden tussen de verschillende effecten van sociale media op jongens en meiden. "In grote lijnen: jongens laten hun overtuigingen te veel bepalen door desinformatie, dus die wil je waakzamer maken voor misleiding en extremistische beïnvloeding.
Meiden nemen elkaar te veel de maat op allerlei apps, waardoor ze mentale klachten ontwikkelen. Zij zouden geholpen zijn met meer mogelijkheden voor fysieke ontmoeting, waar bijvoorbeeld het meidenwerk in voorziet.”

"Geen verbod, wel techbedrijven dwingen"
Esther Hammelburg(opent in nieuw venster), media-onderzoeker aan de HvA, denkt dat een verbod op sociale media voor kinderen onder de 15 niet de juiste maatregel is. “Ik denk dat sociale media in hun huidige vorm best een probleem vormen, maar een verbod is in mijn ogen niet de juiste vorm om hierop in te grijpen. De verantwoordelijkheid komt dan te veel bij de gebruikers en ouders te liggen, terwijl de grote tech-bedrijven achter deze platforms een veel grotere hand hebben in het probleem.
Ook heb ik grote vragen over de uitvoering – wie gaat dit handhaven? Volgens mij kunnen de tech-bedrijven achter deze platforms best gedwongen worden om meer te doen. Dan leg je de verantwoordelijkheid tenminste waar die hoort. We hebben in Europa de Digital Services Act die veelbelovend is, maar daar mag best een tandje bij."

Ook waardevolle kanten
"Daarnaast vind ik een algeheel verbod te ingrijpend, omdat sociale media voor veel jongeren ook waardevolle kanten hebben. Bovendien is het goed om ervaring ermee op te doen, en er op een gezonde manier mee te leren omgaan.
Gezond eten leer je ook niet door suiker te verbieden. Maar kinderen en jongeren moeten hier wel in worden begeleid en de overheid kan hierin sturen, bijvoorbeeld door winkels te dwingen om snoep niet op ooghoogte van kinderen te leggen, producenten te binden aan richtlijnen voor toegevoegde suikers en ouders voor te lichten over gezond eten.
Ik denk dus dat met sturing en voorlichting meer te bereiken valt; waarbij je goed kijkt naar de context waarin jongeren het gebruiken.
Telefoons op school in een kluis doen, vind ik bijvoorbeeld een verstandige beslissing: zo help je jongeren om hiermee om te gaan. Er ligt trouwens niet alleen een rol voor de overheid, maar ook voor ouders, scholen en opvoedinstanties om hierin bij te sturen."
Investeer in alternatieven
"Wat écht op grote schaal zou helpen, is als sociale media-platforms niet ingericht zijn op winst maken. De commerciële basis onder deze platforms is het probleem, want het verdienmodel draait om content die veel engagement krijgt. Posts die conflicten, ruzie en polariteit aanjagen worden bevoordeeld in algoritme en ranking.
Het ‘stille midden’ krijgt daardoor minder ruimte en zichtbaarheid op deze platforms. Daar komt bij dat onze gegevens vaak verhandeld worden, en onduidelijk is hoe het zit met onze privacy.
Daarom is het essentieel om alternatieve platforms te steunen, bijvoorbeeld door als overheidsdienst Signal te gebruiken in plaats van WhatsApp. En door te investeren in de ontwikkeling van veilige online publieke ruimte voor Nederlanders, zoals PubHubs."

“Verwacht niets van Big Tech”
Geert Lovink(opent in nieuw venster), lector Netwerkcultuur aan de HvA en hoogleraar aan de UvA: “Over het onderliggend belang– jongeren beschermen tegen de negatieve effecten van sociale media- is vrijwel iedereen het eens. Maar deze discussie gaat niet over goede bedoelingen, maar over effectieve implementatie.
In Australië zijn ze sinds het verbod niet veel verder dan in andere landen. Want het komt uiteindelijk neer om de mogelijkheden die de overheid heeft om zo’n verbod effectief te implementeren. Met een verbod verschuif je het probleem van wetgeving naar handhaving."
Silicon Valley houdt zich niet aan wet
"Helaas zijn er geen aanwijzingen dat de tech-platformen deze wetgeving of maatregelen ook gaan naleven. Nederland is voor grote techbedrijven sowieso geen partner die hen hiertoe kan bewegen; Brussel eventueel nog wel. Maar ik vraag me intussen zelfs af of ze naar de Europese Commissie luisteren, zeker met de politieke veranderingen sinds de inauguratie van Trump. Elon Musk heeft al gezegd: wij willen dat Trump de EU zodanig onder druk gaat zetten, dat wij niet gereguleerd worden in Europa.
Dat is het naïeve aspect ervan, óók van de Australië- dat verondersteld wordt dat Silicon Valley zich aan onze wetgeving gaat houden. Er zijn helaas geen aanwijzingen dat deze bedrijven naar overheden luisteren. Ze staan boven de wet. Dat mag niet, dat kan niet, maar het is wel zo."
Leeftijdsprofiel
“Het lijkt me dat het uiteindelijk wel mogelijk moet zijn om een leeftijdsprofiel in te voeren op platforms als TikTok, Snapchat en Instagram, dat wettelijk kan nagaan wie het account aanvraagt en of dit ook de echte persoon is. En voor YouTube natuurlijk, maar dat wordt al wat ingewikkelder, omdat het heel groot is. De Europese Unie zou dan per platform moeten kijken of tech-bedrijven daartoe gedwongen kunnen worden, via het land waarin zij gevestigd zijn.”
Klassenvraagstuk
“Van de grote techbedrijven kunnen we dus niets verwachten, en overheden zijn beperkt in hun implementatie. Of er nog reden tot hoop is? Persoonlijk vind ik het verbieden van smartphones in klas op school wel heel effectief. We weten al dat het op veel plaatsen werkt; het zou goed zijn om die ervaringen te inventariseren en door te trekken. Het helpt dat leerkrachten, schooldirecteuren en anderen hier nu ervaring mee opdoen."
"De wetgeving is nog vrijwillig- middelbare scholen in Rotterdam-Zuid doen het bijvoorbeeld niet. Dus er zit ook een klassenvraagstuk aan vast. Degenen die dit het hardst nodig hebben zullen het als laatste krijgen.”