Kim Poldner: 'We moeten ook tijd nemen voor herstel'
1 maart 2025

Wetenschappelijk directeur, Kim Poldner, is een autoriteit op het gebied van regeneratief ondernemen. Haar visie op een fundamentele economische transformatie die niet alleen de CO₂-uitstoot vermindert, maar ook bijdraagt aan herstel van ecosystemen en gemeenschappen, biedt een krachtige richting voor bedrijven die zich willen inzetten voor een duurzamere toekomst. In dit interview vertelt Kim over de evolutie van duurzaamheid, de potentie van regeneratief ondernemen, en de rol van technologie in het bereiken van een balans tussen productiviteit en herstel.
Hoe zijn we tot regeneratief ondernemen gekomen?
"Wat ik heb gemerkt, is dat het duurzaam denken door de jaren heen is geëvolueerd. In de samenleving, en vooral in het bedrijfsleven, is men zich steeds bewuster geworden van milieu-impact. Begrippen als duurzaam ondernemen en B Corp zijn inmiddels mainstream. De circulaire economie en donut economie worden steeds bekender. Nu komen concepten, zoals de regeneratieve economie, naar voren als de volgende stap. Bedrijven zijn in transitie van een traditionele manier van werken naar regeneratief ondernemen."
"Regeneratie is voor mij de stip op de horizon: een fundamentele economische transformatie waarin bedrijven niet alleen de CO₂-uitstoot van hun productie verminderen, maar actief bijdragen aan herstel van ecosystemen en gemeenschappen."
Waarom denk je dat regeneratief ondernemen het verschil kan maken, waar circulair ondernemen bijvoorbeeld dat nog niet heeft gedaan?
"Als je kijkt naar rapporten zoals het Circularity Gap Report van Circle Economy, zie je dat de circulaire economie stagneert of zelfs achteruitgaat. We maken wel degelijk vooruitgang met innovatieve businessmodellen, nieuwe technologieën en betere oplossingen voor recycling, maar de waarheid is dat we simpelweg te veel consumeren."
"Tegelijkertijd zien we dat er overheidsinitiatieven, zoals de Europese Green Deal, CSRD en ESG steeds serieuzer worden. En ook consumenten bewustzijn verandert. Twintig jaar geleden kon je bij de snackbar op de hoek nog geen vegetarische kroket krijgen, maar tegenwoordig kun je die wel kopen. De samenleving is dus wel degelijk open voor verandering. Toch, ondanks de positieve ontwikkelingen, gaat de klimaatopwarming onverminderd door. Dat is precies waarom ik geloof dat een regeneratieve benadering, die niet alleen gericht is op het verminderen van uitstoot, maar ook op herstel, vernieuwing en heling, zoveel potentie heeft om de samenleving en het bedrijfsleven daadwerkelijk vooruit te helpen."
Je maakt een belangrijk onderscheid tussen de uiterlijke en de innerlijke wereld.
"Ja, dat is een belangrijk punt. In economische transformatie focussen we vaak op externe processen – denk bijvoorbeeld aan het gebruik van de Sustainable Development Goals (SDG’s) als een richtlijn. Dat is waardevol, maar het blijft vaak hangen in het traditionele idee van economische groei. Vier jaar geleden zijn de Inner Development Goals (IDG’s) gelanceerd, waarmee de focus verschuift naar wat wij als mensen kunnen doen om onze houding en ons gedrag te veranderen. Je kunt immers pas externe veranderingen teweegbrengen als je intern iets verandert. Voor mij was dat de aanleiding om het principe van regeneratie echt te omarmen."
Kun je een voorbeeld geven van regeneratief ondernemen in de praktijk?
"Neem bijvoorbeeld modeontwerper Joline Jolink. Zij werkte jarenlang met duurzame productiemethoden, materialen en een innovatief bedrijfsmodel. Maar twee jaar geleden besloot ze dat het tijd was voor de volgende stap. Ze verkocht een van haar winkels en verplaatste haar bedrijf naar een boerderij in Overijssel. Daar verbouwt ze vlas voor de productie van haar kledinglijn, waardoor ze de volledige keten zelf beheert – van teelt tot eindproduct. Het was niet alleen een zakelijke beslissing, maar ook een persoonlijke transformatie: terug naar de essentie van kleding maken. Haar bedrijfsmodel is nu niet alleen een kledingmerk, maar ook een onderneming die zelf de grondstoffen verbouwt en daarbij de lokale gemeenschap betrekt. Ze is zelfs bezig om van een oude kuikenschuur op de boerderij een educatief centrum te maken om verloren kennis weer tot leven te brengen en te ontsluiten voor jongere generaties."
En hoe zie je de rol van technologie, zoals AI, in dit proces, die ons juist steeds sneller, productiever laat werken?
"Dat is inderdaad een interessante spanning. Enerzijds biedt AI ons de mogelijkheid om productiviteit enorm te verhogen, maar anderzijds merken we dat veel mensen in een soort overlevingsmodus zitten en steeds vaker kampen met burn-out. Wat we nodig hebben, is een balans tussen de verschillende ritmes: de technologische mogelijkheden benutten en tegelijkertijd ook ruimte maken voor rust en regeneratie. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat, naast intensief digitaal werk, er ook ruimte komt voor activiteiten zoals yoga of meditatie op de werkvloer. Technologie kan de snelheid verhogen, maar we moeten ook tijd nemen om te vertragen voor herstel. Beiden kunnen hand in hand gaan."
Kun je me even kort meenemen in jouw carrière pad tot het CET? Voor de mensen die jou niet kennen.
"Ik ben begonnen met een studie modeontwerpen aan AMFI, omdat ik aanvankelijk modeontwerper wilde worden. Al snel ontdekte ik echter dat dat niet mijn pad was, dus koos ik voor een master aan de VU in organisatie antropologie. Na mijn master werkte ik een paar jaar voor een non-profitorganisatie en richtte in 2005 een duurzame modewinkel op in Amsterdam. Helaas bleek dat businessmodel niet haalbaar dus moesten we na twee jaar de winkel alweer sluiten. Daarna ben ik naar het buitenland gegaan, waar ik tien jaar lang woonde en werkte. Ik startte nog twee bedrijven, maar ook die haalden financieel gezien niet het succes dat ik had gehoopt. Je zou het entrepreneurial failure kunnen noemen, maar ik heb er ontzettend veel van geleerd. Uiteindelijk ben ik gepromoveerd in Zwitserland, aan de Universiteit van St.-Gallen op duurzaam ondernemen in de mode. Sindsdien werk in het hoger onderwijs."
"Sinds januari 2024 ben ik bijzonder hoogleraar in Groningen en momenteel werk ik aan mijn oratie, waarin ik mijn visie op regeneratief leiderschap verder uiteen zal zetten."