Logo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpaginaLogo Hogeschool van Amsterdam – link naar startpagina
Nieuws

CNZ-projectgelden in actie: Burgerkracht voor Klimaatbestendige en Biodiverse Steden

30 januari 2025

City Net Zero stimuleert (nieuwe) samenwerkingen tussen verschillende disciplines en tussen onderwijs en onderzoek. Eén van de in 2024 toegekende CNZ-projectgelden rondom het thema ‘Klimaattransities in de MRA’ werd toegekend aan: ‘Burgerkracht voor Klimaatbestendige en Biodiverse Steden: het transformeren van Stadsruimtes met Burgerparticipatie’. De resultaten zijn opgeleverd en vormen een waardevolle basis voor vervolgonderzoek en nieuwe initiatieven.

De biodiversiteit in stedelijke gebieden staat onder druk door toenemende verstening, wat tevens de gevolgen van klimaatverandering, zoals overstromingen en hittestress, verergert. Dit project speelt in op de dringende noodzaak om steden klimaatbestendig en biodivers te maken door middel van burgerparticipatie.

Twee lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam –Klimaatbestendige stad en Psychologie voor een duurzame stad-, hebben gezamenlijk onderzocht hoe burgers beter betrokken kunnen worden bij groene en klimaat adaptieve initiatieven in hun wijken door de inzet van toegepaste psychologie te verkennen om hen te motiveren en actiever te betrekken.

De belangrijkste doelen waren:

  • Het begrijpen van de betrokkenheid van bewoners bij stedelijke biodiversiteit en klimaatadaptatie.
  • Het identificeren van factoren die bijdragen aan het bevorderen van sociale cohesie, en de leefbaarheid in de stad door middel van groene initiatieven.
  • Op basis van de geleerde lessen aanbevelingen doen voor het ontwikkelen van een schaalbaar samenwerkingsmodel om deze aanpak op andere locaties of in andere gemeenten toe te kunnen passen.

Om dit te realiseren werd het project opgezet in drie fasen, met tussentijdse aanpassingen. Eerst werden interviews afgenomen met personen uit initiatieven en organisaties die direct met bewoners werken aan een groenere leefomgeving.  Vervolgens werd in een workshop samengewerkt om het perspectief van burgers op sociale cohesie, leefbaarheid en een duurzamere stedelijke omgeving beter te begrijpen. Tot slot richtte het project zich op het uitbreiden van netwerken en het verkennen van samenwerkingen rond natuurinclusieve en klimaatbestendige wijken.

Opzet

Om dit te realiseren werd het project opgezet in drie fasen, met tussentijdse aanpassingen. Eerst werden interviews afgenomen met personen uit initiatieven en organisaties die direct met bewoners werken aan een groenere leefomgeving.  Vervolgens werd in een workshop samengewerkt om het perspectief van burgers op sociale cohesie, leefbaarheid en een duurzamere stedelijke omgeving beter te begrijpen. Tot slot richtte het project zich op het uitbreiden van netwerken en het verkennen van samenwerkingen rond natuurinclusieve en klimaatbestendige wijken.

Klimaatbestendige en biodiverse wijken creëren draait niet alleen om technische oplossingen, het gaat vooral om het betrekken van bewoners. Dat is niet altijd makkelijk, maar het maakt echt het verschil voor het bouwen van groenere, klimaatadaptieve gemeenschappen. Onze samenwerking met de lectoraten Klimaatbestendige Stad, Psychologie voor een Duurzame Stad en City Net Zero bracht nieuwe perspectieven samen. Dit gaf ons waardevolle inzichten in hoe we betrokkenheid kunnen vergroten en onderstreepte hoe essentieel bewonersparticipatie is voor veerkrachtige en inclusieve gemeenschappen.

Monserrat Budding-Polo Ballinas

Lectoraat Klimaatbestendige Stad

Aanbevelingen

  1. Versterk samenwerkingen: Werk nauw samen met intermediairs zoals buurtorganisaties, straatambassadeurs, vrijwilligers en binnen de HvA met CNZ om toegang tot gemeenschappen te vergroten en multidisciplinaire samenwerking te bevorderen.
  2. Integreer diversiteit en zichtbaarheid: Zorg ervoor dat onderzoek inclusief is en gevoelig voor de behoeften van diverse demografische groepen. Benadruk tastbare resultaten van groene initiatieven om bredere participatie en langdurige betrokkenheid te inspireren.
  3. Bevorder learning communities: Faciliteer kennisdeling tussen onderzoekers, praktijkprofessionals en burgers om de impact en schaalbaarheid van projecten te vergroten.
Reflecterend op onze ervaringen, merkten we een kloof op tussen onderzoekers en bewoners die betrokken worden bij vergroeninginitiatieven, wat zowel inhoudelijke als praktische barrières oplevert. Onderzoekers richten zich op concepten zoals klimaatadaptatie en biodiversiteit, terwijl bewoners in de praktijk te maken hebben met uitdagingen zoals tijd, moeite, middelen en onderhoud, die hun betrokkenheid belemmeren. Het begrijpen van deze obstakels is cruciaal voor het ontwikkelen van strategieën die gemeenschappen effectief betrekken bij duurzaamheid.

Loes Kreemers

Lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad

Door inzichten uit interviews, workshops en samenwerkingsactiviteiten te combineren, heeft dit project zowel het potentieel als de uitdagingen van burger gedreven klimaatadaptatie en biodiversiteitsinitiatieven blootgelegd. Hoewel het belang van het combineren van klimaatadaptatie met sociale oplossingen, interdisciplinair samenwerken en het opschalen van succesvolle modellen duidelijk werd, heeft het onderzoek ook aangetoond dat het betrekken van burgers in de praktijk vaak tegenvalt. Dit benadrukt dat er nog veel werk nodig is om effectieve strategieën te ontwikkelen. De lessen uit dit project vormen een waardevolle basis voor vervolgonderzoek en nieuwe initiatieven.

Samenwerking

De samenwerking met City Net Zero (CNZ) speelde een cruciale rol in het succes van het project vanwege het vermogen om onderzoekers te verbinden met lokale organisaties en bewoners. Dit maakte het mogelijk om actiegerichte inzichten te ontwikkelen. De samenwerking tussen de twee lectoraten benadrukte de noodzaak om ruimtelijke en klimaatbestendige inzichten te combineren met psychologische en sociale perspectieven om betekenisvolle veranderingen te realiseren.

Meer details over de werkwijze, methodologie en resultaten kun je vinden in het eindrapport. Dit is op te vragen via betrokken onderzoeker:

Neem contact op met Monserrat Budding-Polo Ballinas
(opent in nieuw venster)