Als de tank je beste vriend wordt...
Problematisch lachgasgebruik bij jonge Marokkaanse Amsterdammers. Adviezen en aanbevelingen voor een interventie en preventiecampane
Verslag
Het is dinsdagochtend 25 augustus 2020, 07.03 uur. Ik droom nog half als de telefoon gaat. Met een wazige blik kijk ik naar het scherm en zie het nummer van O die ik een week geleden heb geïnterviewd over lachgas. In de dagen na het interview hebben we nog een paar keer ge-sms’t en op een vrijdagavond belde hij plotseling op. Pssssssfffffff, was het eerste geluid toen ik opnam. ‘Ben je alleen?’, vroeg O op behoedzame toon. ‘Is er iemand in je buurt die meeluistert?’ Hij bleek ergens in een auto te zitten met een vriend die hem in de gaten hield. ‘Een soort ballonnenbuddy?’, opperde ik. Hij kon er wel om lachen. Hij wilde mij laten weten dat hij blij was met het interview. Hij was het wel eens met mijn opmerking dat hij meer over zijn shit moet praten met mensen die hij écht vertrouwt. Wat overigens nog niet zo makkelijk is als je in een straatcultuur zit, waar praten over je zielenroerselen en angsten als een zwakheid worden afgeknald. Na een kort gesprek hing hij op. Ballonnen inhaleren en praten tegelijk is niet relaxed. Ik rapte hem nog een sms’je: ‘Ga praten! Anders blijft die shit rotten in je botten.’