Social Network First
ProjectDe belangrijkste stap in het beëindigen van dakloosheid is een huis, maar daar zijn er te weinig van. Daarom zoeken gemeenten, opvangorganisaties en sociale professionals naar aanvullingen op de ‘Housing first’ aanpak, bijvoorbeeld door netwerkondersteuning te bieden aan mensen die dakloos zijn of dreigen te worden. De geboden ondersteuning is gebaseerd op de Resource-methode, ontwikkeld in de ggz. Deze methode is gericht op het samen met deelnemers een steungroep vormen van mensen uit het formele hulpverleningsnetwerk en informele deelnemers, zoals familie, vrienden en buurtgenoten.
Bij mensen die hulp krijgen in de ggz leidt het aanbieden van de Resource-methode tot een sterker sociaal netwerk en meer eigen regie. De vraag is nu hoe de methode werkt bij dak- en thuislozen, en welke kennis, vaardigheden, attituden en facilitering sociaal professionals in de MO nodig hebben om steungroepen te vormen en samen met de dakloze en de steungroep te werken aan de eigen regie van de dakloze. Dit is onderzocht in dit onderzoeksproject, getiteld ‘Social Network First?’
De HvA heeft samen met HVO-Querido, Inholland, het Leger des Heils, PerMens, Cordaan, CQ en andere partners in Amsterdam en Haarlem toegepast onderzoek gedaan om praktische kennis te ontwikkelen over hoe netwerkondersteuning in te zetten bij (dreigend) dakloze mensen. Specifiek was er aandacht voor wat werkt bij het vormen van een steungroep en het versterken van de eigen regie van de dakloze. In het onderzoek is nauw samengewerkt met professionals, ervaringsdeskundigen, deelnemers en ontwikkelaars van trainingen en onderwijs.
Betrokken partijen
- Lectoraat Stedelijk Sociaal Werk
- HVO-Querido
- Inholland
- Leger des Heils
- PerMens
- Cordaan
- CQ
Onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek blijkt dat netwerkondersteuning zelden een alternatief is voor opvang en ondersteuning naar huisvesting, blijkt uit het onderzoek. Daarvoor zijn de netwerken van dakloze mensen vaak te fragiel, hun problemen te groot en de randvoorwaarden te ingewikkeld. Tegelijk zijn steeds meer professionals overtuigd van de werkwijze, voelen zij zich meer handelingsbekwaam en betrekken ze netwerken actiever bij de hulpverlening.
Werken aan netwerkondersteuning heeft dan ook wel degelijk positieve effecten. Het leidt tot meer steun, zelfwaardering en sociale verbondenheid van mensen die dakloos zijn. Juist omdat deze mensen vaak een fragiel sociaal netwerk hebben, is het een waardevolle aanvulling op de reguliere werkwijze. Bovendien is het aannemelijk dat het hernieuwde dakloosheid helpt verminderen.
Wat werkt
Het onderzoek laat zien dat de werkzame mechanismen van netwerkondersteuning samen te vatten zijn in 8 categorieën: aandacht voor randvoorwaarden, creëren van basisvoorwaarden, bewustzijn van het netwerk bevorderen, het netwerk vergroten en begrenzen, werken aan relatieherstel- of behoud, gezamenlijke besluitvorming faciliteren, helpen versterken van sociale vaardigheden en stimuleren van wederkerigheid en sociale verantwoordelijkheid.
Voor een succesvolle inzet van netwerkondersteuning is het daarnaast belangrijk dat sociaal werkers gefaciliteerd worden om te leren hoe zij netwerkondersteuning kunnen bieden. Tijdens de opleiding sociaal werk krijgen zij vaak wel de basisvaardigheden voor netwerkondersteuning aangeleerd, maar in de praktijk is verdieping nodig. Voorbeelden hiervan zijn het bieden van handvatten over manieren om bij de cliënt bewustwording van het netwerk te vergroten en te weten hoe je steeds naar haakjes kunt zoeken om het netwerk bespreekbaar te maken. Voor de netwerkondersteuners in ons onderzoek is het vanzelfsprekend en gemakkelijker geworden om het netwerk bespreekbaar te maken. Trainen, toepassen, reflecteren en ervaring opdoen maakten hierin voor hen het verschil.
(Stedelijke) context
De manier waarop netwerkondersteuning in de praktijk vorm krijgt hangt niet alleen af van de cliënt, diens netwerk en de netwerkondersteuner, maar ook de omgeving. Stedelijke factoren die invloed hebben zijn bijvoorbeeld de hoge mate van anonimiteit en diversiteit. Beleidsmatige factoren bepalen mede het succes van netwerkondersteuning, bijvoorbeeld in hoeverre sprake is van een gezamenlijke aanpak, gedeelde urgentie en te zorgen voor de structurele borging.
Netwerkondersteuning vraagt bovendien om een integrale aanpak. In de praktijk zien we dat bepaalde beleidsregels, zoals de kostendelersnorm, hierbij in de weg staan. Voor de komende jaren is het voor de zorgorganisaties de uitdaging voor betrokkenen om netwerkondersteuning te borgen in de reguliere werkwijzen en in te passen in de werkprocessen en systemen. Dit vraagt om een cultuurverandering binnen de organisaties en daarmee om een lange adem van betrokkenen, zonder te verwachten dat al op korte termijn grote resultaten worden behaald.
De producten
Social Network First? was een tweejarig onderzoeksproject van het lectoraat Stedelijk Sociaal Werk van de Hogeschool van Amsterdam, het lectoraat Empowerment & Professionalisering van Hogeschool InHolland en het onderzoeksbureau van HVO-Querido. De uitkomsten van het onderzoek werden 17 september gepresenteerd tijdens de slotbijeenkomst en zijn gebundeld in het rapport Social Network First?, een factsheet en en een podcastserie.