Klimaatonderzoek Initiatief Nederland
Samen de schouders onder de systeemtransitie
20 feb 2023 14:30 | Kenniscentrum Maatschappij en RechtDe klimaatproblematiek is zo urgent dat kennisinstellingen zo snel mogelijk veel intensiever moeten samenwerken. Met elkaar én met maatschappelijke organisaties. Voor die samenwerking is (op advies van klimaatonderzoekers) het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland opgericht, het KIN. Lector Reint Jan Renes: “Iedereen zal over zijn eigen schaduw moeten stappen.”
Als Reint Jan Renes (lector Psychologie voor een Duurzame Stad), en Ted Veldkamp (kwartiermaker Kennis- en innovatie-ecosysteem Amsterdam Climate Neutral, lector Klimaat en Water (Hogeschool Rotterdam)) over het KIN vertellen, dan doen ze dat snel, enthousiast en met veel energie. En dat is ook nodig: als we de klimaatverandering willen afremmen, moeten we sneller transformeren naar een duurzame, klimaatneutrale samenleving. Dat zagen het NWO en KNAW ook. Renes: “In het voorjaar van 2022 besefte men: we moeten ervoor zorgen dat klimaatonderzoek meer in de samenleving landt, zodat we kennis beter benutten om de energietransitie te versnellen. Het NWO en KNAW zochten naar een manier om dit te organiseren. Ze maakten flink wat geld vrij voor een open uitnodiging naar de samenleving: kom maar met ideeën om de transitie op systeemniveau op gang te brengen.” Dit voorjaar moeten er al een paar transdisciplinaire projecten starten, waarbij wetenschappers gaan samenwerken met professionals en anderen uit de praktijk.
Kennisecosysteem Amsterdam Climate Neutral
Terwijl het KIN samenwerking op landelijk niveau wil organiseren, gebeurt in de Metropoolregio Amsterdam iets vergelijkbaars. Ted Veldkamp houdt zich als docent-onderzoeker bezig met het klimaatbestendig inrichten van de stad. “Sinds 1 januari ben ik (namens de Amsterdamse kennisinstellingen) kwartiermaker voor een op te richten kennisecosysteem. Amsterdam wil klimaatneutraal worden: uiterlijk in 2050 maar liefst sneller, in 2030, en een kennisecosysteem moet dat helpen realiseren. Klimaatneutraal worden gaat namelijk niet alleen over technologie, maar ook over andere disciplines en vraagstukken. De stad en het land moeten een systeemtransitie doormaken. Dat proberen we als kennisinstellingen met private, publieke en maatschappelijke partners te organiseren.”
Netwerken
Een belangrijke activiteit van het KIN is verkennen welke netwerken er al zijn, en die met elkaar verbinden om zo de systeemtransities te versnellen, vertelt Renes. Hij is samen met Linda Steg, hoogleraar omgevingspsychologie in Groningen, voorzitter van het Nationaal Pact voor klimaatonderzoek. Dit is de KIN-werkgroep die zich concentreert op het bundelen van de activiteiten van de belangrijkste Nederlandse spelers op klimaatterrein. “Toen bleek dat Ted al ongeveer hetzelfde aan het doen was in de Metropoolregio Amsterdam, gaf me dat veel rust.” Eerst was het KIN vooral een academisch initiatief: naast een grote groep hoogleraren zaten maar twee lectoren aan tafel. Ondertussen doet het hbo volop mee. “Wij proberen altijd al graag de praktijk aan te haken. Begin februari vond er een oploop plaats bij NWO waarin zo’n zeventig lectoren, partnerorganisaties en wetenschappers van universiteiten bespraken hoe we samen belangrijke vraagstukken kunnen oppakken. Waar loop je op vast, wat heb je nodig?”
We hebben in het verleden veel tijd besteed aan subsidieaanvragen schrijven en met elkaar in competitie zijn. Dat is zonde. We zullen dus moeten proberen om over onze eigen schaduw heen te stappen en dit grote vraagstuk samen oppakken.
Samenwerking voor competitie
Een tweede spoor van het KIN is het Nationaal Programma voor klimaatonderzoek. Hierbij gaat samenwerking uitdrukkelijk voor competitie; opvallend, gezien de nog altijd snoeiharde competitie in de wereld van onderzoek en wetenschap. Veldkamp: “We hebben in het verleden veel tijd besteed aan subsidieaanvragen schrijven en met elkaar in competitie zijn. Dat is zonde. De opgave is zó groot dat we alle zeilen moeten bijzetten. Inmiddels zijn de onderzoeksbudgetten ook best behoorlijk. Het is zaak samen op te trekken en de klus te verdelen.” “We zullen dus moeten proberen om over onze eigen schaduw heen te stappen en dit grote vraagstuk met alle regio’s samen oppakken”, vindt Renes. “Na een eerste uitvraag zijn we nu de selectieprocedure aan het bedenken. We willen snel maar transparant afwegen welke ideeën we uitgevoerd willen hebben, en wie dat gaat doen. Ik vind het heel spannend.”
Centers of Expertise
Hoe gaat de beweging vanuit het KIN doorwerken in de HvA? Veldkamp: “Ik verwacht dat het KIN-contact via de Centers of Expertise zal lopen, dat is de ingang voor gebundelde actie rondom een maatschappelijk vraagstuk waarin praktijk, onderzoek en onderwijs samenkomen. Met het Amsterdamse initiatief willen we ervoor zorgen dat we die hele infrastructuur al hebben staan en de contacten geïdentificeerd hebben op het moment dat het landelijk of regionaal gaat lopen. Renes: “Door deze netwerken gaan we elkaar sneller vinden en vertrouwen. Je weet waar de ander goed in is. Dat wordt de grote winst.”
Onderzoeksthema’s
Toch nog even inzoomen. Op welke inhoudelijke thema’s kan de HvA in het versnellen van de systeemtransitie iets toevoegen? Dat zal vooral zijn als de menselijke dimensie in beeld komt, verwacht Renes. “Er zijn bijvoorbeeld windturbines ontwikkeld die volgens technische experts minder weerstand van mensen zouden oproepen, en dus mogelijk sneller geïmplementeerd kunnen worden. Wij kijken dan: welke aspecten van deze innovatie zouden nog wel bezwaren kunnen opleveren?” Veldkamp: “In Amsterdam merken we dat er – om echt stappen te kunnen zetten – oplossingen nodig zijn op het gebied van governance en beleid. Hoe buigen we regelgeving zo om dat we die transitie kunnen maken? Hoe maken we innovaties economisch rendabel? Hoe betrekken we iedereen: van de bedrijven op de Zuidas die het licht uitdoen tot de bewoner in Nieuw-West die hulp nodig heeft bij woningisolatie? Dat zijn heel operationele vragen om op te lossen in een transdisciplinair team, waarin je wetenschappelijke inzichten koppelt aan de lokale kennis en expertise.” Renes: “Wij zijn hier als HvA goed in en we hebben een sterke verbinding met de stad. Dat biedt veel mogelijkheden om van de Metropoolregio Amsterdam een groot proeflab te maken.”