Kenniscentrum Techniek

Forensische sporen van individuele variatie

Hoe biologie, gedrag, en omgeving van het individu van invloed zijn op het achterlaten van biologisch materiaal

Project

Als mensen handelingen uitvoeren, dan laten ze biologische sporen achter. Deze sporen zijn cruciaal voor forensisch onderzoek. Sommige mensen lijken consequent meer of minder materiaal achter te laten dan andere. Jaimy Meeuwissen onderzoekt de oorzaken, reikwijdte en factoren die dit beïnvloeden.

© Sharon & Nikki McCutcheon

Door het aanraken of vastpakken van objecten, of door andere handelingen, laten mensen biologisch materiaal achter. Een voorbeeld hiervan zijn DNA-sporen. Deze sporen zijn van groot belang voor forensisch onderzoek, omdat ze kunnen helpen om daders van delicten op te sporen. Alleen lijkt de mate waarin mensen sporen achterlaten, ook wel ‘shedder status’ genoemd, van persoon tot persoon te verschillen.

Impact op wetenschap

Met zijn onderzoek wil Meeuwissen bijdragen aan een breder begrip van dit fenomeen. Er wordt al onderzoek naar gedaan, maar het concept en de onderliggende oorzaken zijn nog niet duidelijk. Meer kennis hierover zou de wetenschappelijke mogelijkheden vergroten. Zo zou er een ‘shedder test’ ontwikkeld kunnen worden voor proefpersonen die deelnemen aan studies naar de dynamiek van forensische sporen.

Impact op praktijk

Ook in de juridische praktijk spelen er vragen over de shedder status van personen en de betekenis daarvan voor het bewijs. Dit was bijvoorbeeld het geval in de zaak van Nicky Verstappen. De verdediging betoogde dat de verdachte een ‘DNA-bom’ was toen hij het slachtoffer aanraakte, als gevolg van de temperatuur, lichamelijke activiteit en emoties. Of en hoe dergelijke factoren van invloed zijn op de ‘shedder status’ van personen wordt binnen dit project onderzocht.

Werkwijze

In dit project combineert Meeuwissen theoretisch literatuuronderzoek naar de fundamenten van het fenomeen met praktische experimenten. Een eerste experimenteel onderzoek richt zich op DNA-sporen onder vingernagels, die bij geweld- en zedendelicten van groot belang kunnen zijn. In hoeverre bestaat hierin variatie tussen personen? Wat voor effect heeft dit op DNA van andere personen dat onder nagels wordt gevonden? En wat betekent dit voor de interpretatie van dergelijke sporen in de praktijk?

Onderwijs

Binnen het project worden studenten van forensische opleidingen van de HvA en de UvA betrokken. In stages en afstudeerprojecten helpen zij dit complexe vraagstuk te doorgronden. Daarnaast wordt de opgedane kennis gedeeld binnen het curriculum van de betreffende opleidingen.

Partners

Voor dit project is Meeuwissen gedetacheerd vanuit de Rechtspraak, waar hij in zijn dagelijkse werk rechters bijstaat als forensisch adviseur. In het kader van experimenten werkt hij samen met onder meer het Nederlands Forensisch Instituut en de Universiteit van Amsterdam.

Samenhang met lectoraten

Het project hangt nauw samen met en vormt onderdeel van de lopende projecten binnen de lectoraten Forensisch Onderzoek en Dynamiek van Forensische Sporen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het RAAK-PRO-project Geen Spoor te Verliezen.

Gepubliceerd door  Kenniscentrum Techniek 14 mei 2024

Project Info

Startdatum 01 dec 2023
Einddatum 30 nov 2027