Kenniscentrum Techniek

Ed Melet is Associate lector Circulair Bouwen

13 mei 2024 11:25 | Kenniscentrum Techniek

Ed Melet is benoemd tot Associate lector Circulair Bouwen bij de Hogeschool van Amsterdam. Gesprek met een eigenzinnige onderzoeker, die niet bang is om groots te denken. ‘Aan ambitie ontbreekt het niet.’

Al vroeg in zijn carrière, toen hij nog als redacteur werkte voor vakblad de Architect, had Ed Melet (1961) een duidelijke mening over duurzaamheid. ‘Gebouwen verduurzamen leek toen niet zozeer een architectonische, maar vooral een bouwkundige uitdaging. Het energieprobleem werd vooral opgelost door dikke pakketten isolatiemateriaal in de muren te stoppen. Alleen kwam dat de gebouwen niet per se ten goede, vond ik. Gebouwen zijn bedoeld als plekken waar mensen prettig kunnen leven, werken en samenkomen, maar dat werd uit het oog verloren. Ik vond dat juist ook architecten duurzaamheid als ontwerpuitdaging moesten zien.’

Circulair bouwend Nederland

Vanaf de jaren negentig pakten architecten, mede door de kritische stem van het tijdschrift, de handschoen op. Nu, tientallen jaren later, werkt Melet zelf in een gebouw dat laat zien waar dat toe kan leiden: het Jakoba Mulderhuis, thuisbasis van de faculteit Techniek van de Hogeschool van Amsterdam. Met onder meer een grote binnenplaats met glazen dak hebben architecten een gebouw gecreëerd dat niet alleen licht en open aandoet, maar ook energiezuinig is.

Vanuit dit gebouw is Melet nog altijd bezig om zijn kijk op duurzaamheid te verspreiden. Alleen doet hij dat de laatste twintig jaar niet meer als redacteur, maar als docent en onderzoeker bij de hogeschool. Dit jaar is hij benoemd tot associate lector, een rol waarin hij samen met het werkveld onderzoekt hoe de gebouwde omgeving circulairder kan. Bijvoorbeeld door de levensduur te verlengen van bouwmaterialen, maar ook van gebouwen als geheel. En door het bouwen met biobased materialen: natuurlijke materialen op basis van grondstoffen die op korte termijn terug groeien, zoals hout, hennep, vlas, stro en zeewier.

Isolatieglas hergebruiken

Net als in zijn tijd als journalist treedt Melet ook als onderzoeker graag buiten de gebaande paden. Zo rondde hij onlangs een onderzoek af naar het hergebruiken van isolatieglas. ‘Voor zover bekend zijn we met onze onderzoeksgroep de eersten in Europa die uitgebreid hebben onderzocht hoe je isolatieglas één op één of in delen kunt hergebruiken. Dat terwijl isolatieglas op dit moment nog wordt gemaakt van nieuwe materialen, wat veel energie en grondstoffen kost. Op de lange termijn is dat natuurlijk niet houdbaar.’

Met het project slaagde de associate lector er samen met een aantal glasleveranciers in om HR++-glas te ontwikkelen dat voor de helft uit oud glas bestaat. ‘Isolatieglas bestaat uit twee glasbladen, waarvan een met een coating’, legt hij uit. ‘Als we het glas demonteren, dan kunnen we het glasblad zonder coating opnieuw gebruiken. Daar zetten we dan een nieuw glasblad mét coating tegenaan. Op dit moment is dit het hoogst haalbare als we aan de Nederlandse isolatie-eisen willen voldoen, maar in een volgend onderzoek willen we ook de glasplaat met coating hergebruiken. Honderd procent hergebruik dus.’

Lisdodde is een biobased bouwmateriaal

Nieuwe gevels

Ook op het gebied van biobased bouwen is hij niet bang om iets nieuws te proberen. Biobased materialen als hennep, lisdodde en vlas dienen nu al regelmatig als isolatiemateriaal in gebouwen. Dit ter vervanging van vervuilende materialen als steenwol, glaswol of purschuim, waarvan de productie veel energie kost. De volgende stap is om ook gevels van natuurlijke materialen te maken. Een uitdaging, want gevelmaterialen worden blootgesteld aan wind, vocht, uv-straling en koude. Hierdoor kunnen ze snel verouderen.

Voor de circulaire transitie is het volgens Melet en zijn team belangrijk dat er gevels komen die honderd procent biobased zijn. Wel is hiervoor nog veel onderzoek nodig. ‘Hierbij sluiten we niets uit. Zo mogen ook de architectuur en huidige bouwtechniek best op de schop. We werken immers met andere materialen met andere eigenschappen. En als je bij het ontwerpen uitgaat van die eigenschappen is het logisch dat je bij andere technieken en vormen uitkomt. Daar zijn we heel extreem in: het zou bijvoorbeeld kunnen dat we gevels ontwerpen die elke tien jaar vervangen worden.’ Hij lacht: ‘Aan ambitie ontbreekt het niet.'

Denken in scenario’s

Die ambitie komt ook naar voren in zijn onderzoek naar gebouwen met een lange levensduur, die meerdere eeuwen kunnen blijven staan. ‘Dat is een controversieel onderwerp binnen de circulaire wereld, want dat betekent dat je ook kunt bouwen met niet-duurzame materialen als baksteen en beton’, zegt Melet. ‘Het voordeel is wel dat deze materialen mooi verouderen, zodat mensen er na honderden jaren nog steeds graag wonen en werken. Kijk maar naar de grachtenpanden hier in de stad. Ook dat is een vorm van duurzaamheid.’

De grachtenpanden zijn voorbeelden van gebouwen met een lange levensduur

Belangrijk bij dit soort gebouwen is dat architecten ze zo ontwerpen dat ze na verloop van tijd eventueel een andere functie kunnen krijgen, bijvoorbeeld als kantoor, school of bibliotheek. En dat ze aanpasbaar zijn aan verschillende omstandigheden, zoals klimaatverandering. Door te denken in scenario’s wil Melet alvast een voorsprong op de toekomst nemen. ‘Het is vrij ongebruikelijk binnen de architectuur, maar wij willen alvast nadenken over hoe de wereld er over honderd of honderdvijftig jaar uitziet.’

Daarvoor maakt hij onder meer gebruik van de klimaatscenario's van het KNMI en de demografische scenario’s die onlangs zijn verschenen. ‘Daardoor weten we dat we allemaal ouder worden, dat de bevolking groeit, dat het klimaat verandert. Het zijn natuurlijk maar scenario's, maar we kunnen wel inschatten hoe Nederland zich de komende vijftig jaar gaat ontwikkelen.’ Om nog verder in de toekomst te kijken – tot in de 22e eeuw – heeft zijn onderzoeksgroep het spel Building for all Futures ontwikkeld. Dit maakt het mogelijk om allerlei toekomstscenario’s te verkennen, te bedenken wat dit betekent voor de woonomgeving en hoe architecten hier met hun ontwerp op kunnen inspelen.

Guerrillastrijders

In al deze onderzoeken werkt Melet veel samen met bedrijven en overheid, maar ook met studenten. De kennis uit het onderzoek krijgt meteen een plek in het onderwijs, zodat studenten weten welke problemen er spelen en hoe ze die zouden kunnen oplossen. Want onderzoek doen is noodzakelijk, maar de integratie ervan in het onderwijs is minstens zo belangrijk, benadrukt Melet. ‘Dat we straks tweehonderd studenten de wijde wereld in sturen die op de hoogte zijn van circulariteit, die weten voor welke problemen we staan en die op een andere manier nadenken over gebouwen – dát vind ik pas een mooi resultaat. Zo stromen zij als een soort guerrillastrijders langzaam de architectenbureaus binnen, vol nieuwe, frisse ideeën over hoe bouwen ook kan.'

Impact praktijkgericht onderzoek vergroten

Ed Melet is associate lector Circulair bouwen en valt onder het lectoraat Water in en om de stad. Zijn benoeming als associate lector sluit aan bij de bredere vraag van de Hogeschool van Amsterdam om de impact van praktijkgericht onderzoek te vergroten. De komende maanden starten ook bij de andere lectoraten van de faculteit associate lectoren.