Studenten aan de slag voor Urban Upcycling
12 mrt 2024 16:08 | Kenniscentrum TechniekVoor het project Urban Upcycling deden studenten in opdracht van bedrijven onderzoek naar circulaire initiatieven. Wat leverde dit op? ‘Werken met studenten zet je op scherp.’
Elke kringloopwinkel heeft ermee te maken: artikelen die niet of nauwelijks verkopen, ook wel slow movers genoemd. Voorbeelden zijn zware eikenhouten meubels, maar ook oude klokken. Zijn deze producten na een aantal weken niet verkocht, dan moeten ze ruimte maken voor nieuwe aanvoer en eindigen ze in veel gevallen als grofvuil. Soms worden ze gerecycled, maar ook hierbij gaat een deel van hun waarde verloren.
Kan dat niet anders? Aan studenten Product Ontwerpen van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de vraag om dat uit te zoeken. Zij onderzochten manieren om nieuwe waarde te geven aan slow movers, zodat kringloopwinkels ze alsnog kunnen verkopen.
Een van die studenten is Boris. Voor Circulair Warenhuis in Leiden bedacht hij de Circular Creator Club: een club voor lokale kunstenaars die slow movers uit de kringloopwinkel mogen gebruiken voor hun creaties. Het resultaat kunnen ze vervolgens zelf, of via de winkel verkopen. ‘Ik heb verschillende makers geïnterviewd om hun behoeften in kaart te brengen. Onder hen was veel animo voor dit initiatief’, vertelt Boris. ‘Het idee is dat zij als leden van de club niet alleen toegang krijgen tot slow movers, maar ook informatie ontvangen over onderwerpen als duurzaam verven en lijmen. Zodat ze producten en materialen op een duurzame manier kunnen bewerken en hergebruiken.’
Een tweede leven
Boris voerde zijn opdracht uit voor het project Urban Upcycling. Hiervoor onderzoekt de HvA samen met partners hoe upcycling op grote schaal vorm kan krijgen. Via upcycling krijgen afgedankte producten, onderdelen en materialen een tweede leven als hoogwaardige nieuwe producten. Denk aan een telefoon die wordt omgetoverd tot een lamp, een oude fietsband die dient als riem en restjes tapijt die de basis vormen voor een nieuw vloerkleed.
Upcycling vindt plaats in kringloopwinkels, maar ook in de circulaire ambachtscentra. Hier combineren gemeenten de functies van een milieustraat, kringloopwinkel en reparatiewerkplaats, met als doel zoveel mogelijk producten en materialen te hergebruiken en onnodig storten en verbranden te voorkomen. ‘Nederland is bezig om van een wegwerpeconomie te veranderen in een circulaire economie. Daarom is het de bedoeling dat er in 2030 een landelijk netwerk van circulaire ambachtscentra is’, legt Marco van Hees uit. Hij is docent en onderzoeker bij Urban Upcycling. 'Door hun onderzoek krijgen studenten de mogelijkheid om in de praktijk aan deze ontwikkeling bij te dragen. Dat is natuurlijk supergaaf.'
Bordspel op tafel
Circulair Warenhuis in Leiden, waarvoor Boris de Circular Creator Club bedacht, is een van de partners binnen Urban Upcycling. ‘Circulariteit moet krachtiger op de agenda komen, zowel bij particuliere instellingen als bij overheid’, zegt Dorrit Theunissen, projectleider bij Circulair Warenhuis. ‘Door binnen Urban Upcycling met diverse partijen de krachten te bundelen kunnen we die beweging versterken.’
Ook studenten kunnen daaraan een bijdrage leveren, vindt ze, zeker omdat de samenwerking met Boris en zijn medestudenten veel moois heeft opgeleverd. ‘Studenten brengen de nieuwste kennis mee vanuit hun opleiding en zorgen ervoor dat we goed geïnformeerd blijven. Juist in de wereld van circulariteit is dat belangrijk, want daar is veel gaande. Hun inbreng zet ons op scherp en dwingt ons om over nieuwe ontwikkelingen na te denken. Verder is het gewoon heel leuk om met techniekstudenten te werken, want ze zijn erg geïnteresseerd en gemotiveerd.’
Een ander voordeel dat ze ziet is het vernieuwende, frisse perspectief dat studenten inbrengen. Zo werkte ze naast Boris samen met student Haniefa, die het idee bedacht om op langzaam verkopende tafels uit de kringloopwinkel een bordspel aan te brengen. De tafels worden vervolgens in scholen geplaatst. ‘Nu leerlingen op school hun telefoon niet meer mogen gebruiken is dit een mooi alternatief. Zo komt circulariteit samen met een actuele maatschappelijke kwestie – die combinatie is interessant’, zegt Theunissen. ‘Daarnaast kan het aanbrengen van de bordspellen in onze werkplaats gebeuren, waardoor er werkgelegenheid ontstaat. Een school in Amsterdam heeft al belangstelling getoond. Hoe tof is dat!’
Kritische studenten
Maar niet alleen bedrijven hebben baat bij het onderzoek van studenten, ook de studenten zelf doen waardevolle ervaring op tijdens het proces. ‘Ze ontwikkelen bijvoorbeeld allerlei circulaire competenties, die nodig zijn om de circulaire economie van de grond te krijgen’, zegt docent-onderzoeker Van Hees. Een daarvan is multidisciplinair samenwerken. ‘Als je materialen hergebruikt, komen die vaak uit een andere sector. Daarom moet je in staat zijn om na te denken vanuit andere disciplines en achtergronden.’ De Circular Creator Club is hiervan een voorbeeld: kunstwereld en kringloopwinkel komen hier samen.
Van Hees noemt daarnaast communicatie als belangrijk leerpunt. ‘Studenten kunnen heel kritisch zijn, dat wordt erg gewaardeerd door bedrijven. Maar de manier waarop ze hun ideeën presenteren is cruciaal. Dat leren studenten bij dit soort projecten.’
Waar dat toe kan leiden, laat het voorbeeld van Boris zien. Hij werkt momenteel als stagiair bij Circulair Warenhuis, waar hij ervoor zorgt dat de Circular Creator Club werkelijkheid wordt. ‘We zijn inmiddels van start!’, vertelt hij. ‘We werken nu samen met kunstcollectief Roem Leiden en ontwerpers Tejo Remy en René Veenhuizen. Een belangrijke volgende stap zou zijn om software te ontwikkelen, zodat slow movers en kunstenaars in een systeem aan elkaar verbonden worden, zonder dat ik ertussen zit. Andere kringloopwinkels kunnen het concept dan ook kopiëren. Het zou geweldig zijn als het zover komt!’
Casus: afval-analyse voor The Bin
Naast studenten Product Ontwerpen deden ook studenten Technische Bedrijfskunde onderzoek voor Urban Upcycling. Zij gingen onder meer aan de slag voor The Bin. Dit adviesbureau heeft voor een gemeente in Nederland in kaart gebracht wat inwoners bij de milieustraat inleveren aan afval.
‘Data-analyse is heel belangrijk binnen de circulaire economie’, zegt docent-onderzoeker Marco van Hees. ‘Helaas ontbreken geschikte data nu vaak. We weten niet wat voor materialen er worden weggegooid, wat de kwaliteit is en wat we ermee kunnen.’
Het was aan de studenten om met de data die The Bin had verzameld aan de slag te gaan. Het doel: uitzoeken welke afvalstromen uit de puinbak – waaronder steen, tegels, keramiek en dakpannen – geschikt zijn voor upcycling, ofwel het hergebruiken voor hoogwaardige nieuwe producten. Daarna gingen ze op zoek naar partners die het upcyclen zouden kunnen uitvoeren.
In hun zoektocht naar partners interviewden de studenten een medewerker van de recycleperrons van de gemeente, om te vragen wat er binnenkomt aan afvalstromen en hoe daarmee wordt omgegaan. Ook namen ze contact op met de gemeente om te achterhalen aan welke criteria partners moeten voldoen. ‘Tijdens onze studie hebben we niet eerder contact opgenomen met bedrijven en specialisten, dus dat was best spannend’, vertelt Merel, student Technische Bedrijfskunde. ‘Het was ook leerzaam. Wij hadden bijvoorbeeld het idee om mogelijke partners te selecteren op basis van hoe duurzaam zij te werk gingen. Maar tijdens de interviews kwamen heel andere criteria voor de selectie van partners naar voren. Zo merkten we dat iedereen vanuit zijn eigen context naar zaken kijkt.’
Op basis van hun onderzoek stelden Merel en haar medestudenten een belschema op voor de gemeente om mogelijke partners te benaderen. ‘Dit is een heel mooie eerste stap’, zegt Babs Raedts, projectmanager bij The Bin. ‘We zijn dan ook heel blij met het werk van de studenten. Heel inspirerend om te werken met gedreven studenten die onderzoek willen doen naar duurzaamheid en circulariteit. Bovendien is het voor ons boeiend om te zien hoe zij te werk gaan. Zo gebruikten ze een beslissingsmatrix met bepaalde criteria om potentiële partners te selecteren. Dat is een interessante tool die we in de toekomst misschien ook zelf kunnen gebruiken.’