Kenniscentrum Techniek

'Neuroarchitectuur is een belofte voor de toekomst’

Opkomende technologie maakt meetbaar hoe we de stad beleven

28 nov 2023 09:25 | Kenniscentrum Techniek

‘Kiezers zijn bezorgd over de woningmarkt’, kopte de Volkskrant eerder deze maand. Het tekort aan woningen was één van de belangrijkste thema’s van de afgelopen verkiezingen. Om aan de grote vraag te voldoen, is het onvermijdelijk dat we in veel steden de hoogte in bouwen. Maar hoe zorgen we ervoor dat al die hoge, dicht opeengepakte gebouwen niet ten koste gaan van de leefbaarheid? Met hun boek Neuroarchitectuur laten Frank Suurenbroek en Gideon Spanjar zien hoe we met nieuwe technologie aantrekkelijke plekken kunnen creëren. ‘We maken deze locaties voor mensen, laten we ze dan ook menselijk maken.’

Het boek is de uitkomst van het tweejarige onderzoek Sensing Streetscapes van de Hogeschool van Amsterdam en een groot aantal praktijkpartners. Voor dit project analyseerden lector Bouwtransformatie Suurenbroek en senior onderzoeker Spanjar met een onderzoeksteam ontwerpoplossingen in verschillende omgevingen. Zo bekeken ze hoe bepaalde ontwerpkeuzes, bedoeld om hoge gebouwen terug te brengen tot menselijke proporties, uitwerken op de beleving van gebruikers. Bijvoorbeeld het ‘naar achter’ plaatsen van hoogbouw en de keuze voor brede balkons, uitstekende gevels of ‘warmere’ materialen.

Beleving meenemen in de ontwerpfase

Met hun boek bieden de twee onderzoekers nu praktische handvatten voor ontwerpers, door te laten zien welke gevolgen bepaalde ontwerpkeuzes hebben voor de meetbare beleving van mensen. Want als professionals precies zien wat gebruikers zien, kunnen zij daar beter op inspelen met hun ontwerp, is de gedachte. Door het nieuwe werkveld van de neuroarchitectuur kan dat nu nog vóórdat een gebouw er staat.

Dat kan een cruciale verandering teweegbrengen in de manier waarop we onze steden bouwen, legt Suurenbroek uit. ‘Als je een telefoon ontwerpt, kun je eerst een prototype testen bij een groep gebruikers en dat verbeteren aan de hand van hun ervaringen. Bij woningbouw was dat tot voor kort niet mogelijk, omdat je de beleving van mensen pas kon meten als een gebouw er al stond. Met neuroarchitectuur kan dat wél.‘

Een bril met geïntegreerde eyetracking-technologie

Van neurowetenschappen naar neuroarchitectuur

Neuroarchitectuur, wat houdt dat precies in? ‘De laatste decennia weten we steeds beter hoe de mens in zijn omgeving functioneert’, vertelt Suurenbroek. ‘Zo is bekend dat we buiten voortdurend ongemerkt onze omgeving scannen, en dat dit doorwerkt naar ons gedrag, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. In de neurowetenschap en psychologie wordt gebruik gemaakt van technologie, theorieën en methodes om de respons van de hersenen en het lichaam op de omgeving te meten. Met neuroarchitectuur ontsluiten wij die technologie en kennis en maken die toepasbaar voor architectuur en stedenbouw.’

Dit biedt voor het eerst de mogelijkheid om te ontdekken hoe ontwerpkeuzes in de bebouwde omgeving onze beleving, onze perceptie en ons gedrag beïnvloeden. Suurenbroek en Spanjar maakten hiervoor gebruik van eyetracking-technologie. Proefpersonen kregen in een labsetting foto’s te zien van dichtbebouwde straten, waar in de gevels van gebouwen en straatruimte verschillende ontwerpoplossingen zijn toegepast. Kleine camera’s, gericht op het oog, legden dertig keer per seconde alle oogbewegingen van de proefpersonen vast, waardoor een nauwkeurig beeld van het kijkgedrag ontstond. De onderzoekers analyseerden vervolgens de eerste paar seconden van de opnames, om te zien waar de aandacht naar uitging.

‘Op deze manier hebben we de beleving van mensen kunnen aftappen bij de zintuigen’, zegt Spanjar. ‘Daardoor kun je veel nauwkeuriger in kaart brengen hoe mensen op hun omgeving reageren dan als je ze vraagt om plekken te beoordelen aan de hand van vragenlijsten. Wat mensen zeggen verschilt namelijk nogal eens van hoe ze het daadwerkelijk ervaren, omdat er dan onbewust andere zaken meespelen.’

Een gazepath van de Gustav Mahlerlaan in Amsterdam. Gazepaths laten de route zien die het oog aflegt en de fixatieverschillen tussen de plekken die men visueel scant.

Van Vancouver tot Oslo

In hun boek laten de twee onderzoekers zien hoe neuroarchitectuur in de praktijk kan worden toegepast aan de hand van twaalf straten in zes steden: Vancouver, Toronto, Manchester, Londen, Oslo en Amsterdam. Suurenbroek: ‘De eerste vijf steden hebben al veel langer een cultuur van hoogbouw. Hoe wordt op deze locaties gekeken naar menselijke maat en leefkwaliteit? We hebben de daar toegepaste ontwerpoplossingen geanalyseerd en vervolgens met neuroarchitectuur de visuele beleving van mensen in beeld gebracht. Door daar lessen uit te trekken, kunnen we deze ervaring nu ook goed in Nederland inzetten.’

De voorbeelden in het boek tonen aan dat bepaalde ontwerpoplossingen het kijkgedrag van mensen blijken te sturen. Spanjar haalt het voorbeeld aan van de George Gershwinlaan, gelegen op de Zuidas in Amsterdam. ‘Daar zie je hoe de ontwerpers het gevoel van een woonstraat hebben willen meegeven door gebruik van fijnschalige materialen. Zo zijn er halfhoge haagjes rond de gebouwen geplant en bestaat de bestrating uit kinderkopjes. Daarnaast hebben de gebouwen een getrapte wand die pas na een paar verdiepingen omhooggaat, zodat ze minder hoog lijken. Even verderop ligt de Gustav Mahlerlaan, een drukke verkeersstraat vol meterslange kantoorgebouwen. Daar is geprobeerd de hoge straatwanden op te breken door bijvoorbeeld een heel hoge, brede entree te maken. Dat biedt houvast, want je ziet dat mensen daar meteen naar kijken.’

Een heatmap van Bay Street in Toronto

Dialoog voeren

Minder geslaagde voorbeelden zijn er volgens Suurenbroek ook. 'In Toronto staan enkele gebouwen die zich met een ongekende bruutheid aan de straat manifesteren. Dat past heel goed bij de tijd waarin ze zijn gebouwd, want in de jaren zeventig stond het vieren van enorme gebouwen centraal. Het gevolg daarvan is dat mensen op straat veronachtzaamd worden. Daardoor is het nu al tientallen jaren een plek waar je als voetganger vooral snel doorheen wil lopen, in plaats van er te verblijven.’

Aan de andere kant hoeven straten ook weer niet heel truttig en klein te worden, benadrukt hij. ‘Op elke locatie zijn nu eenmaal geslaagde en minder geslaagde maatregelen aan te wijzen. De beelden in ons boek helpen om daar uitdrukking aan te geven en er dialoog over te voeren.’

Bijvoorbeeld over het ontwerpen op ooghoogte. Tot nu toe werd namelijk gedacht dat alleen elementen op ooghoogte belangrijk waren voor voetgangers die door een straat lopen. Suurenbroek en Spanjar laten met hun neuroarchitectuurtests zien dat dit niet klopt: hoge torens hebben óók effect op de beleving op ooghoogte en dit valt te sturen door bepaalde ontwerpoplossingen aan te brengen in het ontwerp. Dit vraagt volgens hen dan ook om een andere manier van nadenken over de samenhang tussen begane grond en hoogbouw.

Nieuwe opgaven, nieuwe technologie

'Neuroarchitectuur is een belofte voor de toekomst’, concludeert Spanjar. ‘Het laat zien hoe we meer grip kunnen krijgen op hoe mensen hun omgeving ervaren en hoe de architectuur van gebouwen de mens kan begeleiden op zijn weg. Daarmee biedt het handvatten voor de woningbouw in drukke gebieden.' Maar de nieuwe technologie is niet alleen een uitkomst voor de woningbouwopgave, denkt Suurenbroek. Ook bij vergroening, mobiliteitshubs en het klimaatbestendig maken van steden kan het meerwaarde bieden. ‘Bij deze nieuwe opgaven staan de mens en de beleving van zijn omgeving centraal, maar we weten nog helemaal niet hoe dit in de praktijk uitpakt. Dat terwijl we door te bouwen voor meerdere decennia de leefomgeving van duizenden mensen scheppen. Als we daar voordat de gebouwen er staan grip op kunnen krijgen, zou dat dus een enorme stap vooruit zijn.'

Boekpresentatie Neuroarchitectuur

De boekpresentatie van Neuroarchitectuur vindt plaats op 30 november bij Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Toegang is gratis. Het boek is nu al te bestellen via www.nai010.com/neuroarchitectuur . In 2024 verschijnt ook een Engelstalige uitgave.

Nederlandstalige editie

Engelstalige editie