Promotieonderzoek Fadie Hanna
ProjectDe ontwikkeling van de beroepsidentiteit van pabostudenten en de spanningen die hierbij ontstaan.
De Onderwijsraad heeft in het rapport ‘Leraar zijn’ (2013) geadviseerd dat lerarenopleidingen, waaronder de pabo-opleidingen, structureel en expliciet aandacht dienen te gaan besteden aan de ontwikkeling van de beroepsidentiteit van (pabo)studenten. Daaraan ligt ten grondslag dat wanneer pabostudenten zich bewuster zijn van hun beroepsidentiteit zij betere leerkrachten worden en langer voor de klas blijven staan dan pabostudenten die zich minder bewust zijn van die identiteit (Beijaard, 2009; Eccles, 2009; Hamman, Wang, & Burley, 2013; Heinz, 2015; Korthagen, 2001). Structurele en expliciete aandacht voor de beroepsidentiteit moet dan ook leiden tot verdere verbetering van de onderwijskwaliteit en het tegengaan van het uitstroompercentage dat zowel voor pabostudenten als startende leerkrachten[1] gemiddeld rond de 25 procent ligt.
Een aantal pabo-opleidingen is al gestart zich te buigen over deze structurele en expliciete aandacht met betrekking tot de beroepsidentiteitsontwikkeling van studenten. Niettemin ervaren deze pabo-opleidingen dat wetenschappelijke kennis en praktisch toepasbare instrumenten ten aanzien van de beroepsidentiteitsontwikkeling van pabostudenten binnen de Nederlandse context schaars is (Runhaar, Gulikers, & Hendricks 2016). Bij deze pabo-opleidingen bestaat een dringende behoefte om vanaf de start van de opleiding de volgende aspecten in kaart te brengen: de beroepsidentiteitsontwikkeling van pabostudenten en de spanningen die hierbij ontstaan.
Het hoofddoel van dit promotieonderzoek is dan ook om pabo-opleidingen wetenschappelijke en praktische handvatten te bieden voor de beroepsidentiteitsontwikkeling van studenten. Resultaten van dit promotieonderzoek stellen pabo-opleidingen in de gelegenheid om de dialoog te stimuleren over structurele en expliciete aanpakken met betrekking tot de beroepsidentiteitsontwikkeling en de eventuele spanningen die ontstaan. Op deze manier draagt dit promotieonderzoek, naast theorievorming, direct bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de pabo-opleidingen en het terugdringen van het uitstroompercentage van pabostudenten.
Dit promotieonderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met twee hogescholen en een academische lerarenopleiding.
[1] Hieronder wordt verstaan: leerkrachten die de pabo-opleiding succesvol doorlopen, maar binnen de eerste vijf jaren besluiten om geen leraar meer te zijn.