Jonge ICT'ers zijn gewild, toch koos Talha voor het onderwijs

Talha volgde twee jaar terug de afstudeerrichting Business IT & Management aan HBO-ICT, en daar merkte hij al dat het niet zijn roeping was om continu achter een scherm te zitten. “Tijdens de studie voerden we geen fictieve, maar echte opdrachten uit van bedrijven. Zo merkte ik al snel dat het niet bij mij past om hele dagen achter een bureau te zitten. Van programmeren tot verslagen tikken: ik ben niet zo iemand. Ik ervaar mezelf juist als iemand die sociaal vaardig is, die een bijdrage wil leveren aan de maatschappij.”

Dus toen in een college aangekondigd werd dat aan de opleiding een nieuwe minor zou starten, genaamd Teaching ICT, wist hij direct dat dit iets voor hem was. “Met een studievriend meldde ik me direct aan. Wij hadden allebei dezelfde gedachte: ja, je bent veel waard op de markt. Maar moet het allemaal per se zo zakelijk? Wij wilden ons liever inzetten voor anderen, met mensen werken. Zo werd ik een van de eerste studenten die het traject Teaching ICT volgde.”

Via de minor Teaching ICT (een samenwerking tussen twee HvA-faculteiten) konden Talha en zijn vriend na een verkort traject ook nog de kopopleiding Mens en Technologie afronden, naast hun opleiding HBO-ICT. “Ik heb twee diploma’s gehaald, en dus ook mijn lesbevoegdheid." Daar hoefde hij maar een half jaar langer over te doen. Inmiddels biedt de studenten de nieuwe mogelijkheid om hun lesbevoegdheid binnen de 'normale' studieduur erbij te halen.

Waarom heb jij gekozen voor dit beroep, terwijl ICT’ers momenteel overal worden gevraagd?

“Het is momenteel erg aanlokkelijk wat er op je afkomt als je net bent afgestudeerd. Dan ben je, net als ik, nog ‘maar’ 24 en krijg je iedere dag een berichtje: ‘Deze functie is op zoek naar jou’. Je krijgt de nieuwste Macbook en telefoon aangeboden, een lease-auto…Maar ik heb nooit gedacht: ik ga toch voor het geld en het bedrijfsleven.

Ik vind namelijk dat werken leuk moet zijn. En dat is in mijn geval lesgeven. Een les van 50 minuten lijkt ergens op een show: je houdt controle over de klas, bent bezig met de inhoud van je vak én met de relatie met de leerlingen. Dat zijn zoveel verschillende aspecten, terwijl je achter een bureau bezig maar bent met één ding. Het is niet te vergelijken.”

Wat is het leukste aan dit werk?

“Al kunnen pubers lastig zijn, het blijft gewoon geweldig om met jongeren te werken. Want je geeft ze iets mee voor de rest van hun leven. Ik geef les op een vmbo-college, en soms zien leerlingen eerst niet het nut van ICT-onderwijs. Dan zegt iemand: ‘Maar meneer, ik ga later toch mijn eigen bedrijf starten. Of: ik ga in de bouw werken, en sta straks met een boormachine in mijn hand. Maar al wordt ‘ie kapper: je moet straks toch in Excel je boekhouding bijhouden. Iedereen heeft nou eenmaal een bepaald doel in het leven, en om dit te verwezenlijken heb je toch vroeg of laat ICT nodig. Als ik dat heb uitgelegd, zie je ze denken: meneer heeft eigenlijk wel gelijk.”

Hoe groot is het tekort aan ICT-docenten?

“Dat tekort is heel groot. Ten eerste zijn er maar heel weinig ICT-docenten te vinden. Ten tweede zijn er bijna geen jonge ICT-docenten op de markt. De meeste ICT-docenten vind je aan ROC’s, dat zijn vaak mensen van middelbare leeftijd, die na 30 jaar ervaring in het bedrijfsleven zijn overgestapt.

Op middelbare scholen vind je al bijna helemaal geen ICT-docenten. Niet alleen speelt het tekort aan leraren, maar ook kunnen vmbo- en mavo-scholen het vak niet examineren. Wordt er toch lCT-les gegeven, dan zijn het bijvoorbeeld docenten biologie die dit erbij doen, die niet volledig ICT-bevoegd zijn.”

Wat is de meerwaarde van een ICT-docent op de middelbare school?

“De meerwaarde is heel groot: ongeveer alle leerlingen hebben van jongs af aan een telefoon. Sommige leerlingen hebben er al een hebben gekregen in groep 4 van de basisschool. Maar terwijl kinderen hun telefoon veel gebruiken, leren ze bijvoorbeeld niet hoe je jezelf moet beschermen.

Moet je nagaan wat een verschil: op mijn veertiende kreeg ik mijn eerste telefoon, met een camera van 1 tot 3 megapixel, waarmee ik alleen mijn vader of moeder mocht bellen, en dan alleen bij spoed.

Als je ziet hoe afhankelijk leerlingen zijn van hun telefoon… Leerlingen die in paniek raken als ze hun telefoon niet mogen gebruiken; die huilen als ze hun telefoon tijdelijk moeten inleveren. Pas als je dat van dichtbij meemaakt, besef je hoe belangrijk het is dat je internetwijs, telefoonwijs, mediawijs bent.

Daarnaast vraagt het onderwijs van nu veel ICT-vaardigheden van leerlingen. Maar scholieren doen alles op hun telefoon, en hebben weinig ervaring met de laptop.

Bij mij krijgen ze de basisvaardigheden: Word, Powerpoint, Excel, mappen maken voor je documenten, je telefoon ordenen. Maar ook iets basaals als een goede e-mail sturen. Dat leren ze in de eerste klas, zodat ze daar de rest van hun schooltijd en leven gebruik van kunnen maken. Ze leren wat cc is, wat een bcc is; hoe je iets doorstuurt.”

Ben je de eerste, officiële ICT-docent op een vmbo-school?

“Voor zover ik weet, ben ik in ieder geval de enige bevoegde ICT-docent hier in Laren. En sowieso zijn er maar heel weinig scholen die ICT al in de onderbouw aanbieden. Dat ik hier ICT-les onderbouw geef, is uitzonderlijk. Ik ben bij College de Brink terechtgekomen tijdens mijn stage, ik gaf toen een stukje ICT-les aan de bovenbouw. Ze hebben me aangenomen zodat leerlingen nu al vanaf de eerste ICT-lessen krijgen.”

Lachend: “Docenten hier zijn superblij met mij, want ik leer leerlingen met Word werken, en alinea’s maken, een brief opstellen. Als ik nu een mail krijg, is het niet meer één lap tekst met 1 zin die uit 20 regels bestaat. Er staat nu: beste mevrouw, meneer, en een handtekening eronder. Veel docenten zijn er tevreden over.”