Leven lang ontwikkelen krijgt een boost door flinke subsidie

23 aug 2024 15:20 | Afdeling Communicatie

De Hogeschool van Amsterdam heeft een subsidie van 2 miljoen euro ontvangen van het Nationaal Groeifonds om de organisatie van Leven Lang Ontwikkelen (LLO) een boost te geven. Annemien van der Veen is programmamanager LLO: ‘Uiteindelijk moet Leven Lang Ontwikkelen een derde pijler (naast onderwijs en onderzoek) worden die zichzelf bedruipt’.

Twee miljoen euro! Dat klinkt als een mooi bedrag. Wat ga je er ermee doen?

‘We hebben te maken met een grote maatschappelijke noodzaak om mensen op-, om-, of bij te scholen. Er is veel vraag naar mensen in de zorg, het onderwijs en de techniek. Ontwikkelingen in de samenleving bijvoorbeeld vragen om een andere manier van opleiden. Wij moeten meebewegen. Je wilt dat mensen arbeidsfit blijven, inzetbaar blijven.’

Wat doen we nu al?

‘Op dit moment hebben we jaarlijks zo’n 7000 deelnemers die op een of andere manier aan LLO-onderwijs deelnemen. Of dat nu een deeltijd of duale opleiding is, een master of een kort traject, een masterclas. Make IT Work is een mooi voorbeeld van omscholen bij FDMCI. De faculteit Techniek is bezig om de deeltijdopleiding Engineering in gecertificeerde modules op te knippen. Met partners in de zorg zijn we bezig een plan te maken om anesthesieassistenten op te scholen tot BIG-geregistreerde verpleegkundigen. Instellingen willen ook mensen aan zich binden door ze carrièreperspectief te bieden. Bij de faculteit Onderwijs en Opvoeding is de zij-instroom natuurlijk belangrijk vanwege het lerarentekort. Met LLO lossen we het personeelstekort niet op, maar we zorgen er wel voor dat mensen wendbaar blijven.’


Ben jij arbeidsfit?

‘Een mens is nooit af. Ik heb Nederlands gestudeerd, taalbeheersing. Daarna richtte ik met twee partners m’n eerste bedrijf op. Ik was toen onder meer betrokken bij het ontwikkelen van een website voor ‘elektronische dienstverlening’ van het UWV. Zo heette dat toen. Ik kwam iemand tegen die bij de Hogeschool Utrecht werkte en hij nodigde mij uit om hierover te vertellen aan studenten. Wat later werd ik opleidingsmanager bij de HU. Ze zochten een ondernemend type. Na zo’n vijf jaar werd ik interimmer in het onderwijs. Ik heb op allerlei plekken in het management gezeten: hbo, vo, mbo. Veel geleerd over doorlopende leerlijnen en hoe je onderwijs aansluit op de arbeidsmarkt. Dat werd de rode draad in mijn werk. Sinds januari 2023 ben ik programmamanager LLO bij de HvA.’

En je doet dit niet alleen.

‘Nee, op iedere faculteit is een groep collega’s actief bezig met de ontwikkeling en organisatie van LLO en vanuit het centrale Programma LLO werken we met een klein team aan de ontwikkeling van servicefuncties die nodig zijn om LLO te laten vliegen. Dankzij de subsidie kunnen we hier nu een flinke slinger aan geven.’

Wat is de belangrijkste bestemming van de subsidie?

‘We hebben drie doelen. Het eerste is om de HvA beter te positioneren in de regio. We staan nog niet in de top-3 als voor de hand liggende aanbieder. Ons LLO-aanbod is lastig te vinden. Dus we willen ons aanbod klantvriendelijker ontsluiten en beter bekend maken bij werkgevers. Ten tweede willen we de eigen organisatie en de collega’s professionaliseren op het gebied van LLO. Het ontwikkelen en aanbieden van LLO vraagt andere vaardigheden: ondernemend denken, offertes schrijven, onderwijs aan laten sluiten op de vraag uit het werkveld, om maar iets te noemen.

En ten derde willen we een front- en backoffice inrichten. Een frontoffice is een soort loopbaanloket waar werkgevers en professionals met een scholingsvraag goed advies krijgen en doorverwezen worden. Een backoffice gaat over de systemen waarin we de 20.000 deelnemers verwerken die we voorzien voor 2030. Dat kan niet met onze huidige systemen. Hiervoor is het grootste deel van de subsidie bestemd. We weten uit ervaring binnen onze hogeschool dat dit op zijn minst een uitdaging is.’

Wat is de behoefte van de markt?

‘We zijn in gesprek met werkgevers, die we veelal via publiek-private samenwerkingen kennen. Het gaat dan vaak over hoe je mensen sneller op loonwaarde krijgt, dat wil zeggen dat je ze sneller skills aanleert die nodig zijn om voor de werkgever waarde op te leveren. Hoe willen we dat met elkaar oplossen? Onze insteek is om bestaand en nieuw onderwijsaanbod modulair, stapelbaar te maken en met microcredentials, een soort minidiploma’s, te certificeren. Op die manier kunnen we LLO sneller opschalen.’

Kunnen we Leven Lang Ontwikkelen ook zonder subsidie aanbieden? De HvA moet immers bezuinigen en het verdienvermogen verhogen. LLO wordt daarin genoemd. Deze plannen vragen vooral om investeringen.

‘Ja, maar zonder subsidie gaan we langzamer. Mét subsidie kunnen we sneller, beter en meer investeren in een infrastructuur die hard nodig is om onze klanten beter te bedienen en om voor onze collega’s het werk minder tijdrovend te maken. Het is de bedoeling dat we LLO kostendekkend aanbieden. We zijn wettelijk verplicht om bekostigd en onbekostigd onderwijs strikt gescheiden te houden. Daarom gebruikt iedereen die zich bezighoudt met LLO een kostencalculatiemodel. Je berekent de inzet van mensen en middelen die nodig zijn voor een traject en telt daar de overhead bij op. Daar krijg je een prijs uit. Vervolgens kun je berekenen hoeveel deelnemers je nodig hebt.’

Kan de HvA concurreren met commerciële opleidingsinstituten?

‘Ja en nee. Nee, als je het bijvoorbeeld hebt over het servicelevel van een NCOI, dat hebben we niet dat wordt nog een hele toer om dat te evenaren. Maar als je het hebt over kwaliteit, niveau en de relatie met praktijkgericht onderzoek, dan winnen wij. Wij doen dingen die commerciële partijen niet doen, omdat wij dat als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid zien. We hoeven er niet rijk van te worden, als we maar break even draaien.’

De 2 miljoen subsidie ontvangt de HvA van het Nationaal Groeifonds. De nieuwe regering heeft dit fonds voor de duurzame en structurele economische groei stopgezet. Omdat er nog wel bestaande afspraken nagekomen moeten worden, komt er nog een aanvraagronde waar de HvA mogelijk opnieuw in meedingt.