Met de hele familie juichen bij het zwembad
Op weg naar de Olympische Spelen #RoadtoParis
25 mrt 2024 17:00 | StudentenzakenDe komende maanden kunnen 19 topsporters van de HvA zich kwalificeren voor de Olympische en Paralympische Spelen. Maak kennis met deze kanjers die op het hoogste niveau sporten én daarnaast ook nog eens een opleiding doen. Hoe doen ze dat?
Ontmoet Noortje en Bregje!
De tweelingzussen Noortje en Bregje de Brouwer vormen een duo bij synchroonzwemmen. Bij de wereldkampioenschappen in Doha hebben ze als eerste Nederlandse duo een zilveren WK-medaille veroverd. Dat betekent dat ze zeker zijn van een ticket voor de Olympische Spelen. Hoe vreemd het voor de meeste studenten ook zal klinken, studeren helpt hen om een balans te vinden.
Bregje en Noortje komen uit een gezin met vijf kinderen en hebben een hechte band met elkaar. Tijdens de Olympische Spelen in Tokio, - het gaafste en bijzonderste wat ze ooit hebben meegemaakt - kon helaas niet de hele familie erbij zijn door de coronamaatregelen. Ze behaalden de 9e plaats. Bregje: ‘We willen heel graag aan onze ouders laten zien waar wij 24/7 mee bezig zijn. Ook zij hebben dingen moeten opgeven. Wij hebben vaak familieactiviteiten overgeslagen en we willen wat terugdoen. Niet alleen dat ze ons kunnen zien zwemmen, maar we weten nu ook hoe bijzonder de sfeer is rond de Spelen.’ Noortje: ‘Misschien vinden we dat eigenlijk nog leuker dan dat we zelf gaan?’
Duo in en uit het water
Ze lijken eerder een gracieus wezen dan twee verschillende mensen, zo soepel en sierlijk ziet de tweeling eruit in het water. Toch was er een tijd dat ze niet samen konden zwemmen. Noortje heeft door een schouderblessure anderhalf jaar niet kunnen trainen, en Bregje zwom noodgedwongen met een andere partner. Beiden zijn heel blij dat ze opnieuw een duo in het water vormen. Bregje: ‘Bij mijn zus hoef ik niet na te denken tijdens een 35 uur durende trainingsweek hoe ik iets breng, ik hoef niet beleefd te zijn. En omdat wij samen natuurlijk op hoog niveau al jaren deze sport beoefenen, hebben we ook dezelfde manier van bewegen en van elkaar begrijpen. Dat heb je nooit helemaal hetzelfde met een andere partner.’ Het traject dat de zussen hebben doorlopen om weer samen te kunnen zwemmen, is zeker niet altijd makkelijk is geweest. Bregje: ‘Dus om nu weer samen naar de Spelen te gaan, is wel echt een beloning.’
De een mentaal de ander fysiek sterk
Noortje is altijd de mentaal sterke van de twee geweest, en Bregje de fysieke. Noortje was altijd degene die bij een zware training tegen Bregje zei “kom op, dit kunnen we!”. ‘Maar nu ik er een tijd heb uitgelegen moet ik weer veel inhalen. Het is niet dat ik mijn vertrouwen ben verloren, maar daardoor voel ik wel extra druk. En daarom is Bregje degene die mij nu een beetje moet trekken en moet zeggen dat het echt wel goedkomt.’ Bregje vult aan: ‘Dat is inderdaad opmerkelijk, eerst was Noortje de kar die mij moest meetrekken, en nu is dat andersom.’
Van vriendinnenteam naar zussenteam
Voordat de zussen een duo werden, zwommen ze in teamverband bij de KNZB. Beiden bewaren ze heel goede herinneringen aan de onderlinge sfeer tussen de tien meiden. Bregje: ‘In die beginfase met een team ging het vooral om de sfeer en daarna pas om prestaties.’
De afgelopen zes jaar zijn ze steeds met z’n tweeën of drieën geweest. Noortje: ‘Soms denk ik, deden we nu maar hetzelfde, maar dan met een heel team om je heen. Ik denk dat dat het nóg leuker zou maken.’ Bregje: ‘Omdat wij echt familiemensen zijn en teampersonen, is het altijd leuk om dezelfde passie met veel mensen te kunnen delen. Maar samen zijn we ook een team, alleen een iets kleiner team.’
Zonder woorden praten
Als de zussen een moeilijke training hebben of het gaat mentaal even minder goed, dan houden ze altijd het doel voor ogen en dan gaat het weer. Want ze weten dat de zware trainingen echt nodig zijn voor het resultaat. Zonder woorden moedigen ze elkaar aan. Bregje: ‘Dan kijken we elkaar diep aan. En dat zegt genoeg. We voelen ook alles van elkaar aan. Vooral in de conditieblokken kan de sport echt pittig zijn en zit je vaak zonder adem. Dan proberen we elkaar een beetje op te krikken, door elkaar aan te kijken.’
Spaanse discipline
Wat ook helpt, is de Spaanse coach van de meiden. Voorheen trainde zij het Spaanse team en de tweeling vertrouwt blind op haar trainingsschema's. Bregje: ‘Als zij voor die dag op de planning heeft staan om drie uur lang conditie te doen, dan moet dat. We zullen nooit met een onzeker gevoel op een wedstrijd staan, dat laat zij ons echt niet doen, en daar zijn we haar erg dankbaar voor.’
Drie dagen in 24 uur
Alleen met voldoende ontspanning zijn de zware trainingen en wedstrijden vol te houden. Voor de tweeling is dat vooral mentale ontspanning. Omdat ze altijd een duo vormen, is het voor hen extra belangrijk om dan juist de buitenwereld naar binnen te halen. Dat doen ze door in de weekenden naar Brabant te rijden en veel tijd met familie en vrienden door te brengen. Bregje: ‘Dan ben je toch heel even uit die bubbel getrokken. Praat je even over een heel ander leven dan alleen maar topsport. En ook al zijn we daar niet eens 24 uur, het voelt dan als drie dagen. Dat helpt ons om maandag weer gemotiveerd te starten’. Noortje: ‘We hebben er veel te weinig tijd voor, maar als we dat helemaal niet zouden doen, dan denk ik dat we onszelf ook een beetje gek aan het maken zijn.’
Studeren om focus te verleggen
En hoe vreemd het voor de meeste studenten zal klinken, ook studeren helpt om een balans te vinden. Bregje: ‘Ik denk dat studeren ook wel een beetje helpt om je focus even te verleggen. Heel doelgericht met een vak bezig zijn is soms ook wel lekker. We zitten nu in het afstudeerjaar, ons vijfde jaar, waarschijnlijk komt er een zesde jaar aan. Het wordt zeker pittig, met veel extra uitdagingen. Maar daar houden we wel van.’
Topsport en studeren dankzij de Topsport Academie Amsterdam
Als je 30 uur per week moet trainen, kun je onmogelijk alle colleges volgen of alle opdrachten op tijd inleveren. Daarom heeft elke faculteit een topsportcoördinator die met de topsportende student steeds kijkt wat haalbaar is en wat niet, en zo nodig uitstel verleent of de mogelijkheid biedt langer over de studie te doen. Want kiezen tussen sport en opleiding is niet nodig.