Wat willen studenten weten over de klimaattop in Egypte?

Onderzoekers en docenten beantwoorden prangende vragen over klimaatverandering en -bewustzijn

17 nov 2022 15:01 | Afdeling Communicatie

De klimaattop in Egypte loopt op zijn einde en het is spannend wat de top zal opleveren. Voor onze studenten zullen de gevolgen van klimaatverandering groot zijn, maar wat betekent dat concreet? Deze HvA-studenten stellen hun prangende klimaatvraag, en docenten en onderzoekers geven antwoord.

Student Creative Business Semme Roest vraagt zich af wat studenten kunnen verwachten op het gebied van klimaatverandering:

"Hoe ziet Nederland eruit over twintig jaar? Staan we dan onder water?"

“Het korte antwoord is dat we over twintig jaar nog echt niet als Nederland onder water staan,” zegt lector Klimaatgeletterdheid Janette Bessembinder. Cijfers van het KNMI laten zien dat Nederland over twintig jaar op een stijging van tussen de acht en dertig centimeter zit. “De oceanen reageren relatief heel langzaam op de wereldwijde temperatuurstijging. Dat betekent ook dat de zeespiegel nog heel lang door zal stijgen, ook als we nu zouden stoppen met de uitstoot van broeikasgassen. Op de langere termijn dat wel grote problemen opleveren.”

De vraag is dan ook gerechtvaardigd wat we als Nederland op de lange termijn aankunnen. “Een meter zeespiegelstijging kunnen we technisch gezien zeker aan,” zegt Bessembinder. “Maar hoeveel verder is wel een vraag. Het is uiteraard ook een vraag wat we willen: willen we wel de dijken nog meters verhogen?”

Semme Roest

Volgens lector Water in en om de Stad Jeroen Kluck is het bovendien de vraag wat ons daarna te wachten staat. “Boven een temperatuurstijging van 1,5 graad gaat het veel vaker en veel ernstiger mis. De gevolgen worden ook onzekerder, vooral omdat dan het smelten van Antarctica mogelijk ineens versnelt. Een van de grote gevolgen is dat de zeespiegelstijging dan misschien wel twee meter in 2100 of vijf meter in 2150 wordt. Dat heeft gigantische impact op het wonen in het westen van Nederland.”

Onderwijs over de klimaatverandering

Student Toegepaste Psychologie Cato Visser is zelf heel bewust bezig met de gevolgen van klimaatverandering voor haar generatie. Ze vraagt zich wel eens af of we genoeg doen om jonge mensen te doordringen van de impact van klimaatverandering:

Waarom krijgen we binnen het basis- en voortgezet onderwijs geen lessen over het klimaat? Geen lessen over waar onze producten vandaan komen? Geen lessen over de impact van ons consumentengedrag wat ons aangeleerd wordt?

“Op middelbare scholen wordt lesgegeven over het klimaat in het vak Aardrijkskunde”, zegt Adwin Bosschaart, hoofddocent Aardrijkskunde op de HvA. “Er gaat bij dat vak nu veel aandacht uit naar klimaatverandering, maar het is wel een vak dat veel leerlingen alleen in de onderbouw volgen, dus dat heb je dan gekregen in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs.”

Cato Visser

Volgens Bosschaart wordt er zelfs lesgegeven over waar producten vandaan komen. Alleen het onderdeel consumentengedrag en de verantwoordelijkheid als consument zou meer aandacht verdienen. “Dat wordt momenteel nog overgelaten aan de initiatieven van individuele docenten. Het duurzaamheidsthema is iets wat het onderwijs nu heel verbrokkeld aan de orde stelt.”

In een samenwerkingsverband van vier faculteiten van de HvA is Bosschaart bezig met de ontwikkeling van een lespakket ‘Kijk in de zeespiegel’ om leerlingen met elkaar en hun ouders in gesprek te laten gaan over de gevolgen van zeespiegelstijging. “We proberen leerlingen het probleem van zeespiegelstijging op zichzelf en hun eigen omgeving te laten betrekken. Je ziet dat er bij leerlingen in Amsterdam sprake is van wat we noemen psychological distance. Ze zien het probleem wel voor Nederland, maar niet voor zichzelf. Terwijl ze allemaal in laagland wonen.”

Bosschaart merkt dat – zeker nu tijdens de klimaattop – je bij dit onderwerp echt moet waken voor klimaatmoeheid. “Het is zowel in de media als in het gesprek op school echt balanceren. Je wilt niet alleen een doemscenario schetsen, maar ook een perspectief bieden op een toekomst waar je zelf aan kunt bijdragen. Als je alleen maar angst aanjaagt werkt het ook niet. Dat is een ontzettend zoekproces.”

Klimaatrechtvaardigheid

Student Cato vindt het ook opvallend dat de mensen die het minst bijdragen aan het klimaatprobleem momenteel het meest last hebben van de gevolgen ervan.

Waarom hebben we het niet over de levens van deze mensen? En waarom hebben we het in Nederland nauwelijks over klimaatracisme”

Andy Dockett, onderzoeker en ontwerper bij het HvA-lectoraat Visual Methodologies geeft antwoord hierop: “Klimaatverandering gaat hand in hand met klimaatrechtvaardigheid; als we het over het ene hebben, moeten we het ook over het andere hebben. Degenen met de kleinste footprint worden het hardst getroffen door de klimaatcrisis. Alleen zijn mensen zich hier niet altijd zo bewust van, en dat heeft veel te maken met hoezeer ze zich de toekomst kunnen inbeelden, of de levens van mensen verder weg, of van andere diersoorten dan de mens.

Beeldonderzoek kan hier voor relevante inzichten zorgen. Want er bestaat een duidelijke link tussen de publieke opinie over klimaatverandering, en de beelden die verschillende belangengroepen inzetten. Om die verbanden te ontrafelen, kijken we welke beelden gebruikt worden, bijvoorbeeld op sociale media of in het nieuws, en hoe zij onderling samenhangen. Dit kun je ook zelf doen. Kijk bijvoorbeeld eens wat voor beelden je tegenkomt op sociale media over ‘climate solutions’ of ‘climate justice’. Wie posten deze foto’s, en wat voor wereldbeeld presenteren zij? Waar bij climate solutions veel technologische oplossingen worden afgebeeld, zie je bij climate justice juist afbeeldingen van klimaat- activisme en protest. Ze laten twee heel verschillende werelden zien.”

“Als onderzoekers kijken we ook naar beelden die rondgaan over de toekomst," legt Dockett uit. "Want wie komen daarin voor, en wie worden eruit gelaten? Wie heeft de kleinste stem in de toekomst? We willen ook de verbeelding van mensen aanwakkeren, bijvoorbeeld door ze zelf toekomstvisualisaties te laten maken. Beide zijn nodig om je te kunnen voorstellen hoe klimaatverandering andere mensenlevens en andere soorten treft.”