City Net Zero
Walther Ploos van Amstel
Samen werken aan stedelijke klimaatvraagstukken. Dat is de drijfveer van het team achter het Centre of Expertise City Net Zero (CNZ). Een kennismaking met Walther Ploos van Amstel: lector Citylogistiek bij de Hogeschool van Amsterdam en wetenschappelijk directeur bij het Centre of Expertise (CoE) City Net Zero.
Zero emission, zero waste en zero impact of climate extremes. De ambities van City Net Zero lijken Ploos van Amstel op het lijf geschreven. Hij verdiept zich al ruim een kwart eeuw in duurzame logistiek, ketenregie en zero-emission stadslogistiek. Ploos van Amstel, sinds 2014 aan de HvA verbonden als lector Citylogistiek, weet daardoor als geen ander hoe hij richting kan geven aan het CoE.
Verbinding
‘We hebben hier bij de HvA veel kennis en expertise in huis over techniek en gedragsverandering, van groene energie en circulair bouwen tot datamanagement en klimaatpsychologie. Die disciplines moeten we aan elkaar koppelen,’ zegt de wetenschappelijk directeur.
Publiek-private samenwerking alleen sorteert volgens hem te weinig effect in de aanpak van klimaatvraagstukken. ‘We gooien ondanks overheidscampagnes nog steeds grote hoeveelheden voedsel weg, hele woonwijken worden verwarmd met gas en het aantal auto’s in de stad neemt alleen maar toe. Ook hebben we hebben allemaal wel tien apparaten thuis staan die kapot zijn,’ illustreert hij. ‘Daarom is het zaak dat we ook grote en kleine bedrijven, en burgers bij de transitie betrekken.’
Ecosysteem bouwen
Aan de kersverse wetenschappelijk directeur de uitdaging in de transitie een ecosysteem te bouwen en richting te geven aan gezamenlijk onderzoek en onderwijs. Inspiratie genoeg, wat hem betreft. ‘We kunnen veel leren van grote transities in het verleden, zoals de introductie van elektriciteit, treinen en zeecontainers. Een les is bijvoorbeeld dat je altijd moet denken vanuit de behoefte van degene die ze moet gebruiken. Daarnaast moet je het snel doen, met grote doelen en veel partners,’ vertelt hij. ‘En je moet er vanuit gaan dat je niet, of niet meteen, iedereen meekrijgt. Dat betekent: op zoek gaan naar koplopers en daarmee aan grote doelen gaan werken – zaken die echt impact maken.’
Die doelen zijn er volgens Ploos van Amstel in drie varianten: de stuff, de fluff en de soul. ‘Denk bij stuff aan het aanleggen van ondergrondse watersystemen voor waterberging en op opvangen van periodes van droogte. Bij fluff aan de aanleg van een efficiënte en robuuste laadinfrastructuur. En bij soul aan de behoefte van mensen voor over tien jaar, en aan de competenties die professionals dan in huis moeten hebben. We hebben ze in de transitie allemaal nodig,’ legt hij uit. ‘En het mooie is: we hebben hier in de stad veel mensen die uitstekend vooruit kunnen denken, van kleine ondernemers tot studenten en bewoners die zich al jaren inzetten voor het vergroenen en autoluw maken van hun wijk.’
Programma
Vanuit het ecosysteem zal zich geleidelijk aan het programma van City Net Zero ontvouwen. ‘Dat ontwikkelen we in nauwe samenwerking met de lectoraten binnen de HvA, onderwijs en praktijk,’ zegt Ploos van Amstel. De wetenschappelijk directeur wordt voorzitter van de programmaraad van het CoE in oprichting, waarin praktijkpartners en vertegenwoordigers vanuit onderwijs en onderzoek zitting nemen.
De programmaraad adviseert het CoE over de inhoudelijke focus en het type activiteiten waar de meeste impact te behalen is. In die hoedanigheid richt Ploos van Amstel zich ook op het aangaan van een aantal langjarige samenwerkingsverbanden. Programmamanager Felia Boerwinkel is verantwoordelijk voor het dagelijks management van het CoE.
Toekomst
De wetenschappelijk directeur legt de lat hoog. ‘Over een jaar hebben we voor elk thema drie strategische partners die zich voor minstens vijf jaar aan ons verbinden, en idealiter ook partners die thema-overstijgend werken. Daarnaast hoop ik op veel mooie showcases, we de wereld kunnen laten zien wat voor waardevol ecosysteem we hier in Amsterdam hebben.’