‘Circulariteit en wederkerigheid gaan hand in hand’
CIrCollab Festival van de Wederkerigheid - 18 april 2024
25 apr 2024 16:27 | City Net ZeroDe circulaire transitie versnellen vraagt om aandacht voor wederkerigheid: tussen mensen onderling, tussen de mens en de natuur, en tussen generaties. Dat was de boodschap tijdens het CirCollab-festival op 18 april 2024, bij PRICE in Almere. De bijeenkomst, met expert burgerparticipatie Natasja van den Berg als dagvoorzitter, leverde volop ideeën op voor gezamenlijk onderzoek en onderwijs.
‘Wederkerigheid of wederzijdsheid gaat over jouw relatie met iets of iemand anders,’ legde keynote speaker en architect Peter van Assche, lector Architectuur & Circulair Denken bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), in zijn lezing uit. ‘Oftewel: de een geeft iets en de ander krijgt iets, of andersom.’ Is de relatie gelijkwaardig, dan is er sprake van reciprociteit. Is er disbalans tussen geven en nemen, dan heet het redistributie.
Harmonie
Bij alle diersoorten op aarde zie je een balans tussen geven en nemen; ze leven in harmonie met de natuur. Van Assche: ‘Alleen bij de moderne mens is dit evenwicht verstoord. We leven niet zoals we eigenlijk horen te leven; existentiële dissonantie noem ik dat.’
Zo zijn we de afgelopen jaren steeds meer gaan bouwen. ‘Gedrag dat veel afval en een hoge CO2-uitstoot met zich meebrengt, en zo bijdraagt aan klimaatverandering en snel verlies aan biodiversiteit op aarde,’ illustreerde de lector. De gemiddelde temperatuur op aarde is mede door de uitstoot van broeikasgassen in de afgelopen 130 jaar met een graad Celsius gestegen, de zeespiegel met 20 centimeter. En volgens het Living Planet Report 2022 is de populatiegrootte van vissen, vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen sinds 1970 wereldwijd met gemiddeld 69% afgenomen.
Een ander voorbeeld van disbalans in wederkerigheid is kolonialisme. ‘We hebben onze rijkdom deels te danken aan wat we van ver hebben gehaald. Denk bijvoorbeeld aan suiker, specerijen en goud,’ aldus de lector.
Eerlijke prijs
Daarbij komt dat we veel kosten doorschuiven naar volgende generaties. Van Assche refereerde hierbij aan de provincie Utrecht, die als eerste overheid van Nederland de wereldwijde maatschappelijke kosten van klimaatverandering meeweegt in haar beleidskeuzes. In de berekening wordt gekeken naar de toekomstige schade van klimaatverandering. ‘Een woning van drie ton wordt dan ineens veel duurder, waarbij volgende generaties opdraaien voor bijna een tiende van het bedrag. Een zelfde soort berekening kun je maken voor kleding, een meubelstuk en andere consumptiegoederen. We koloniseren met ons gedrag van vandaag misschien geen andere landen, maar wel de generaties van de toekomst.’
Zaak dus om dingen wezenlijk anders aan te pakken. Het principe van wederkerigheid kan ons helpen te beoordelen of we de circulaire transitie op de juiste manier aan het versnellen zijn. Want circulair betekent niet per definitie beter voor de wereld. ‘Laten we niet meer slopen, maar renoveren; het liefst met recycled en biobased materialen. Het groenste gebouw is immers het gebouw dat er al staat,’ benadrukte Van Assche. ‘Maar het mooist zou zijn als we een systeem creëren waarin wederkerigheid vanzelfsprekend is. Dat we gewoon kunnen zeggen: “ik geef iets aan jou en ik hoef er niets voor terug”.’
Mede-eigenaarschap
Het is een visie die Ingrid Zeegers, programmamanager van het Praktijk- en Innovatie Centrum Circulaire Economie (PRICE) en gastvrouw van de middag, van harte deelt met Van Assche. ‘Circulair bouwen is technisch al mogelijk, we moeten het alleen nog gaan doen,’ vertelde ze. ‘Dat is een kwestie van met elkaar nadenken over hoe een rechtvaardige transitie eruit ziet en mede-eigenaarschap creëren bij het oplossen van vraagstukken.’
Op het voormalige Floriade-terrein in Almere krijgen ondernemers, studenten, docenten, bewoners en overheid de kans hiermee te experimenteren. ‘We laten bijvoorbeeld zien hoe je woonwijken en kantoren energiepositief kunt maken,’ vertelde Zeegers. Op het terrein vinden regelmatig bijeenkomsten en exposities plaats voor een breed publiek - van beleidsmakers en ondernemers tot bewoners - over onderwerpen als biobased materialen en duurzame energiebronnen.
Na het plenaire gedeelte gingen de deelnemers in zes groepen uiteen om te bespreken welke uitdagingen er liggen voor het bereiken van meer circulariteit in de waardeketens Consumptiegoederen en de Gebouwde omgeving en te bepalen welke vanuit het consortium aan te pakken zijn. Rode draad was opnieuw wederkerigheid: tussen mensen, tussen mensen en de natuur, en tussen generaties. Hoe zet je bijvoorbeeld een ecosysteem op waarin biobased materialen in de bouw lokaal worden geproduceerd en ingezet? Hoe stimuleer je bewoners om bij de inrichting van hun woningen de milieu-impact te minimaliseren? En hoe leid je professionals op voor een circulaire textielwaardeketen? Elke deelsessie werd geopend met een korte presentatie van een CirCollab-partner die diende als vertrekpunt.
Verslaafd aan nieuwe spullen
Het leverde levendige discussies op. ‘We zijn verslaafd aan nieuwe spullen,’ zei een van de deelnemers aan de werksessie over de inrichting van woningen. ‘En veel mensen associëren hergebruik met armoede.’ Een andere deelnemer merkte op dat veel problemen niet één eigenaar en één oplosser hebben. ‘De vraag is dan wie het initiatief neemt.’
In verschillende werksessies werd gesproken over de rol van overheid. Die betrekt burgers vaak pas laat bij besluitvormingsprocessen. Ook weten beleidsmakers vaak niet of incentives het effect hebben dat ze beogen, en dat maakt handelen lastig. De huidige regelgeving werkt echter vaak als een rem op nieuwe ontwikkelingen.
Ook het kostenaspect kwam terug. Materialen zijn relatief goedkoop, en arbeid duur. Dat maakt dat iets aanschaffen wat nieuw is vaak voordeliger uitpakt dan repareren, of je nu burger bent, consument of ondernemer.
Netwerkbenadering
We moeten gaan praten vanuit een netwerk- in plaats van een ketenbenadering, aldus een deelnemer aan de werksessie die ging over de stad als producent van natuurlijke materialen: ‘Het is belangrijk dat de consument zichzelf onderdeel voelt van dit netwerk.’
De groep die zich verdiepte in de milieu-impact van het interieur van woningen stelde voor een infrastructuur te ontwikkelen waarmee consumenten toegang en middelen krijgen tot circulaire mogelijkheden om hun huis in te richten; hierin is een belangrijke rol weggelegd voor bestaande ambachtscentra.
Terug naar de basis
De werksessies leverde volop inspiratie op voor nieuwe initiatieven binnen het CirCollab-consortium. Zo stelt een van de groepen voor een hackathon over biobased bouwen en leerprocessen in de bouwketen uit te schrijven voor studenten. ‘In de bouwketen is het vaak: “we bouwen zoals we bouwen”,’ benadrukte Boris Duijst, trekker van de circulaire economie bij PRICE Almere. Hij bracht een case in bij de werksessie over het meten van de impact van natuurlijke bouwmaterialen. ‘Daarom moeten we terug naar de basis, naar de generatie die nu opgeleid wordt. En is het belangrijk dat we met een goed verhaal naar buiten durven komen. Alleen zo kunnen we de status quo doorbreken.’
Circulariteit moet verankerd worden in het curriculum van opleidingen. Maar hoe bied je leerervaringen als er weinig geld beschikbaar is? Een consortium tussen ondernemers en hogescholen, waarbij je de kosten en baten eerlijk verdeeld, kan uitkomst bieden. Een van de groepen voegde meteen de daad bij het woord en nam het initiatief tot een samenwerking, namelijk een tussen de circulaire hub Circuloco, Hogeschool Windesheim, de Hogeschool van Amsterdam en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
Nieuwe contacten
‘De deelnemers aan de werksessie over circulair textiel besloten nog eens met elkaar door te praten over fair pricing, nieuwe bedrijfsmodellen, en over hoe je traditionele en nieuwe ambacht-skills verbindt aan opleiding en bijscholing’ aldus Mirjam Riethof, programmamanager Mode & Jeansschool & Cultuur bij ROC Amsterdam/Flevoland.
Al met al was het een middag waarin volop nieuwe contacten werden gelegd en samenwerkingen gesmeed. En dat is precies het idee achter CirCollab. Julie Ferguson, projectleider van CirCollab en associate lector Coördinatie Grootstedelijke Vraagstukken bij de Hogeschool van Amsterdam: ‘De circulaire transitie begint bij het leren kennen van jezelf en de ander. Wat hebben we nodig? Wat hebben we elkaar te bieden? En hoe kunnen we elkaar versterken? Aan aandacht voor wederkerigheid geen gebrek in dit programma.’
Visiedocument
Op zoek naar nog meer inspiratie? Lees het visiedocument en bekijk de menukaart van CirCollab daarin.
Over CirCollab
In CirCollab inventariseren de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim en de AHK met 35 partners uit overheid en bedrijfsleven welke technologische, sociale en economische innovaties er in de MRA nodig zijn om de transitie naar een circulaire economie in een stroomversnelling te brengen. Ze kijken hoe deze met interdisciplinair praktijkgericht onderzoek te versnellen zijn. Lees meer over CirCollab.
CoE City Net Zero
Een klimaatneutrale, circulaire en klimaatbestendige Metropool Regio Amsterdam (MRA) in 2050. Dat is het vertrekpunt voor het Centre of Expertise (CoE) City Net Zero, opgericht door de Hogeschool van Amsterdam. CoE City Net Zero stimuleert op al deze gebieden de samenwerking tussen praktijk, onderzoek en onderwijs in de regio. Zo komt de transitie naar een duurzame samenleving in een stroomversnelling. Het consortium CirCollab draagt bij aan de ambitie zero waste van het CoE.
Foto's artikel: Thomas Meijer / Cartoons: Danibal