Centre for Financial Innovation
2. Overzicht project
Langs verschillende manieren hebben we onderzoek gedaan om tot onze adviezen en uitwerkingen te komen. Het onderzoek kende vier hoofdbestanddelen; een enquête, twee interviewrondes en groepsgesprekken. Hieronder een kort overzicht met een aantal resultaten daaruit.
Op deze pagina:
2.1 Enquête
Aan het begin van het onderzoek hebben we een enquête uitgezet onder vrijwel alle woningcorporaties in Nederland. Daarbinnen vroegen we de volgende mensen de enquête in te vullen:
- Personen die de onafhankelijke controlfunctie uitvoeren (vaak aangeduid als ocf of ocf’s)
- Managers (van b.v. financiële afdelingen)
- Directeur-bestuurders
- Leden van de raad van commissarissen.
We hadden een hoge respons: 364 reacties. Daardoor kunnen we antwoorden vergelijken tussen de verschillende groepen.
Overzicht respons, uitgesplitst naar doelgroep
Respondent |
Aantal |
Onafhankelijke controlfunctie |
102 |
Directeur-bestuurders |
39 |
Midden-managers |
45 |
Leden van de raad van commissarissen |
178 |
In de enquête vroegen we zowel naar persoon, als naar positie en taken, als beleid.
De eerste uitkomsten van de enquête presenteerden we in een webinar. Daarvan is een opname gemaakt en is hier terug te zien.
Langs diverse kanalen rapporteren we uit de enquête.
2.2 Interview over onafhankelijk oordelen
Met diverse controllers (die de onafhankelijke controlfunctie uitvoeren) hielden we interviews hoe zij hun competenties hebben ontwikkeld. We vroegen daarbij expliciet naar de competentie onafhankelijk oordelen: een essentiële competentie voor de onafhankelijke controlfunctie, immers. Hoe hebben ze dat geleerd? Welke gebeurtenissen droegen bij een versteviging van die competentie?
Op grond van de interviews hebben we een zelfevalutieschema opgesteld. Het schema wordt later beschikbaar gesteld via deze website.
2.3 Groepsgesprek met bestuurders en controllers (Delphi-onderzoek)
In verschillende rondes spraken we met bestuurders en controllers. De opzet van deze onderzoeksvorm is te zien als een serie groepsinterviews waarbij de resultaten uit de eerste ronde worden besproken in een volgende ronde.
Voor de start van het groepsgesprek met de bestuurders stelden we een gespreksnotitie op met bevindingen van het onderzoek. Op twee punten legden we accenten:
- Taakinvulling van de onafhankelijke controlfunctie (we testten hier ook onze eerste opzet van het controlfunctiespel uit)
- Reflecteren binnen corporaties
De notitie die we toestuurden aan bestuurders is hier te dowloaden:
2.4 Interview met controllers
We spraken diverse controllers over de vraag hoe de functie nu optimaal tot zijn recht komt. Ben je voldoende in positie tot een onafhankelijk oordeel? Uit de interviews leiden we een zogenoemde positioneringscan af. Aan de hand van een aantal vragen komt naar voren of de onafhankelijke controlfunctie ‘gekluisterd’ is, of floreert.
Met gekluisterd bedoelen we dat de ocf’s door allerlei inperkingen niet optimaal tot hun recht kunnen komen. Ze zijn als het ware ingesnoerd door allerlei regels, voorschriften en omstandigheden en kunnen hun bijdrage aan de corporatie niet effectief maken. Daartegenover staat de florerende onafhankelijke controlfunctie: hier is de functie goed ingericht, wordt de bijdrage vanuit de onafhankelijke controlfunctie op prijs gesteld en serieus genomen.
We zien ook een tussenpositie.
Op grond van de interviews maakten we een positioneringsscan die op deze website te vinden is.
2.5 Stages
Een aantal studenten deed mee aan het onderzoek. Tijdens hun stages deden ze onderzoek naar de onafhankelijke controlfunctie. Twee belangrijke uitkomsten presenteren we hier, de eerste over soft control, de tweede over Control Self Assessment (CSA).
Tijdens haar onderzoek naar wat de toegevoegde waarde van een parttime onafhankelijke controlfunctie kan zijn, stuitte een van onze studenten al snel op de thematiek van de soft control. Soft controls zijn sturings- en beheersmechanismen die vooral betrekking hebben op cultuur en gedrag.
Zij hield hierover een presentatie op een webinar georganiseerd door SOR. Deze is hier terug te vinden.
Het belang van cultuur en gedrag kwam in het onderzoek duidelijk naar voren. De ‘onafhankelijke controller’ kan wel de nodige onderzoeken doen en adviezen geven, maar goede governance is natuurlijk meer dan de regels en procedures helder hebben en volgen. Het gedrag van alle betrokkenen speelt ook een cruciale rol bij het functioneren van de woningcorporatie en de interne cultuur is even zo goed van belang. Kun je dat gedrag en die cultuur nu sturen en beïnvloeden? Tijdens de stage werden daarover interviews gehouden.
Tijdens een van onze workshop vertellen we meer over het belang van en het werken met soft controls. In een andere workshop wordt aandacht besteed aan CSA. Hierover is ook een kennisclip opgenomen:
2.6 Onderzoeksgroep
Het onderzoek is uitgevoerd vanuit de HvA met subsidie van SIA-Raak (RAAK-publiek Publiek 2019-6 SIA). In het project werkten onderzoekers van de HvA samen met Het Zijlstra Center van de VU (met name dr. Tjerk Budding) en Hofmeier, interim en consulting specialist (met name Wobbe van der Meulen).
Hieronder een overzicht van de onderzoekers:
- Frank Jan de Graaf, lector HvA
- Gert de Jong, projectleider (HvA)
- Marion Smit, onderzoeker HvA
- Hannah Berkers, onderzoeker HvA
- Tjerk Budding, vanuit Het Zijlstra Center
- Wobbe van der Meulen vanuit Hofmeier.
Daarnaast deden zo’n vijftien woningcorporaties deel en zo’n vijftien controllers mee als consortiumpartner.